Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 44281]
Op basis van eigen ervaringen en ervaringen elders in het land is voor Breda die manier van
afvalinzameling beschreven die optimaal resultaat biedt op het gebied van duurzaamheid, service en
kosten. In Nederland is al veel ervaring opgedaan met nieuwe en andere manieren van afvalinzameling.
Breda is in dit geval volgend, maar kopieert anderen niet zonder naar de Bredase situatie te kijken. Bij de
verandering willen we het huidige serviceniveau behouden en zijn de eigen ervaringen wat betreft
inzameling van huishoudelijk afval leidend.
Afwegingen
ledereen wil nu en in de toekomst welvarend en gezond leven. Dat betekent dat bedrijven, inwoners en
overheden op een verantwoorde manier moeten omgaan met onder andere grondstoffen, water, energie
en mineralen. Om duurzaam (her)gebruik te stimuleren, werkt het rijk samen met andere overheden,
bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties aan het programma Van Afval Naar Grondstof. Het
gezamenlijke doel is om meer duurzame producten op de markt te brengen, bewuster te consumeren én
meer en beter te recyclen. Gemeenten zijn een belangrijke partner ais het gaat om het verbeteren van de
afvalscheiding van huishoudelijk afval gezien de zorgplicht voor huishoudelijke afvalstoffen op grond van
de Wet milieubeheer. Door de Bredase uitwerking VANG wordt hier aan bijgedragen.
Juridisch
De Bredase uitwerking vormt een kader voor de wijze waarop Breda de transitie Van Afval Naar
Grondstof de komende jaren uitvoert.
Om de veranderingen, zoals verwoord in de Bredase uitwerking VANG, te kunnen invoeren is een
aanpassing van de huidige afvalstoffen verordening en de daarbij behorende nadere regels noodzakelijk.
In september 2015 zijn de concept Afvalstoffenverordening Breda 2016 en de daarbij behorende Nadere
regels afvalstoffen Breda 2016 vrijgegeven voor inspraak.
De afvalstoffenverordening Breda 2016 wordt ter vaststelling voorgelegd (voorstelnummer 44306) aan de
raad.
Financieel
De Bredase uitwerking VANG voeren we gefaseerd in in 2016, 2017 en deels in 2018. We doen een
investering van 8,0 miljoen die we later terugverdienen door de verlaging van man- en voertuiguren. Dit
zorgt mede daardoor voor een kosten toename in 2016. Voor de uitwerking is vanuit het bestuursakkoord
een eenmalige impuls van 2,9 miljoen in 2016 beschikbaar. Vanuit deze impuls worden voor €1,1
miljoen de kosten afgedekt die rechtstreeks het gevolg zijn van de transitie (kapitaallasten van
bovengenoemde investeringen, strategie en uitvoering gedragsverandering en. iet).
Het overige deel wordt gebruikt om kosten af te dekken die zijn ontstaan vanuit exogene factoren zoals de
invoering stortbelasting, transportpooling (regio West-Brabant) en de nazorg stortplaatsen. Tevens
worden hiermee mindere baten opgevangen binnen de verwerkingskosten van onder andere de zware
afvalstromen (het puin en zand dat bij milieustation wordt aangeleverd, voorheen moest men daarvoor
betalen en nu niet meer ter voorkoming van illegale stortingen) en textiel (teruglopende opbrengsten). Ook
kende de verwerking van het restafval en te lage raming in 2015 en is dit middels deze extra impuls voor
2016 gecorrigeerd.
Ook leidt de andere manier van inzamelen tot een verschuiving van arbeid en kapitaal, inzamelmiddelen
in plaats van logistiek. Dit geeft grotere zekerheid voorspelbaarheid voor de kosten op langere termijn,
maar heeft ook personele consequenties. Dit levert besparingen op in de man- en voertuig uren waardoor
de transitie kosten in die jaren worden terugverdiend. In totaal nemen de manuren met 46.642 af en de
machine uren met 9.723.
Mogelijke kosten waar geen invloed op kan worden uitgeoefend kunnen worden gedekt uit de verlaging
van het storttarief van restafval die het gevolg is van het nieuwe contract met verwerker Attero
-2-
