Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 44230] Samenvatting 1.5. De voorziene studenteneenheden liggen binnen de zones van het spoorweg- en wegverkeerslawaai. Juridisch is dit op te lossen met een ontheffing van de voorkeursgrenswaarden en het aanbrengen van isolerende gevels. De te realiseren eenheden zijn tussen de 22 m2 en 28 m2 en hebben geen privébuitenruimte. Al snel zullen daardoor de ramen opengezet worden bij warm weer. Het effect van aanbrengen van isolerende maatregelen is daarbij dan ineens veel minder. Beoordeling Ad 1.5. Er is inderdaad een ontheffing van de voorkeursgrenswaarde verleend. Door deze ontheffing voldoet de situatie aan de eisen die gesteld worden aan geluidbelasting op de gevels. Als een opvolgende eis stelt het Bouwbesluit eisen om een binnenniveau te garanderen, op basis van o.a. een ventilatie. Door de maatregelen zoals beschreven in de omgevingsvergunning wordt voldaan aan het Bouwbesluit. In het gebouw zal mechanische ventilatie worden aangebracht, maar voor de leefbaarheid is het toch wenselijk dat ramen geopend kunnen worden. Het openen van ramen valt onder bijzondere omstandigheden voor wat betreft ventilatie. Wettelijk voldoet het plan aan de leefkwaliteitseisen, terwijl de verhoging ten opzichte van de voorkeursgrenswaarde beperkt is tot 5 dB. In de praktijk leiden dit soort geluidniveaus niet tot beperkingen. Er is op basis hiervan geen aanleiding om extra maatregelen te treffen. Samenvatting 1.6. De voorzijde van de nieuwbouw heeft een grote ruimte waar niet gebouwd mag worden. Reclamant vreest echter dat de studenten, nu die geen privébuitenruimte hebben, deze ruimte zal gaan gebruiken om te zitten, te feesten, te barbecueën etc. Reclamant stelt voor de grens tussen de bestemmingen wonenen 'kantoor' zoveel mogelijk in noordelijke richting te verschuiven. Op deze wijze wordt het overlastgevend gebruik door studenten voorkomen (het onbebouwde deel krijgt dan immers de bestemming kantoor) en het perceel kan voor het personeel en bezoekers van het kantoor ingericht worden voor parkeren. Beoordeling Ad 1.6. Tussen de woonbebouwing en de kantoorbebouwing ligt een grote onbebouwde ruimte. Het maakt formeel niet uit of deze ruimte deels of geheel bij de kantoorbestemming wordt getrokken danwel bij de woonbestemming: er mag noch voor het een noch voor het ander bebouwing komen. Om aan de vrees van reclamant tegemoet te komen is, in overleg met de ontwikkelaar, besloten de grens van de kantoorbestemming circa 14 meter in noordelijke richting op te schuiven en deze gronden blijven ten behoeve van de bestemming kantoor in gebruik. De verbeelding is hierop aangepast. Samenvatting 1.7. Het bestaande kantoorpand hoeft niet te verdwijnen, maar reclamant begrijpt niet waarom het vergroot kan worden en waarom dit vergroot wordt naar de zijde van woning nr. 93. De vergroting kan naar achteren gerealiseerd worden, dan blijft het zicht op de villa intact. Desnoods is uitbreiden naar de oostkant een optie. Binnen het voorgestelde bouwblok op de verbeelding kan het kantoor vergroot worden tot een pand met een goothoogte van 8 en een nokhoogte van 10 meter. Deze vergroting zal het aanzicht van de villa verpesten. Bovendien wordt het kantoorpand dan zo groot dat parkeren op eigen terrein niet meer mogelijk is. Hoe wordt gegarandeerd dat personeel en cliënten parkeren op het eigen perceel nu aan de achterzijde een andere functie, namelijk de studenteneenheden, worden gerealiseerd. In de huidige situatie werd door personeel en cliënten al vaak aan de voorzijde geparkeerd terwijl de parkeergelegenheid aan de achterzijde is, en verwacht wordt dat de studenten de parkeergelegenheid bij het kantoor ook zullen gaan gebruiken. De parkeeroverlast wordt op deze wijze nog verder vergroot. -5-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 50