Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 44230]
Beoordeling
Ad 1.7.
De uitbreiding van de kantoorbestemming is uit ruimtelijk oogpunt acceptabel voor de gemeente. Hierbij is
gekeken wat 'normale' uitbreidingseisen zijn. Dit is in elk geval dat bebouwing 3 meter uit de zijdelingse
erfgrens moet blijven. Momenteel staat het kantoorpand 9,5 meter van de westelijke zijdelingse erfgrens,
dus een uitbreidingsrichting naar de westzijde toe is ruimtelijke gezien acceptabel.
Qua hoogte is aangesloten bij de huidige regelgeving voor het kantoor.
Qp het moment dat het kantoor daadwerkelijk uitgebreid wordt, moet voldaan worden aan de
gemeentelijke parkeernota. Hieraan zal bij het aanvragen van een omgevingsvergunning getoetst worden.
Indien hieraan niet voldaan kan worden, zal geen medewerking verleend worden.
Parkeerplaatsen bij het kantoor dienen inderdaad niet gebruikt te (kunnen) worden door studenten. De
ontwikkelaar houdt overigens zelf kantoor in het pand en zal ongetwijfeld optreden op het moment dat
studenten de parkeerplaats behorend bij het kantoor in gebruik gaan nemen.
Samenvatting 1.8.
De studentenwoningen moeten binnen het bouwvlak van de verbeelding gerealiseerd worden. Toch is
artikelen 4.2.1. sub c. en d. opgenomen. Deze regeling maakt het mogelijk dat o.a. balkons (tot 10 m2 per
balkon), erkers en entreepartijen buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden. Het bouwplan kan dus
veel groter gemaakt worden door totaal 1.300 m2 aan balkons en 30 m2 voor een entreepartij. Reclamant
vindt dat sowieso niets buiten het bouwvlak gerealiseerd mag worden en artikelen 4.2.2. sub c. en d.
kunnen dus vervallen.
De grens tussen de bestemming wonen en kantoor moet zoveel mogelijk naar het noorden toe
verschoven worden. Op deze wijze wordt het overlastgevend gebruik door studenten voorkomen (het
onbebouwde deel krijgt dan immers de bestemming kantoor) en het perceel kan voor het personeel en
bezoekers van het kantoor ingericht worden voor parkeren.
Beoordeling
Ad 1.8.
Het bouwplan is inmiddels verder uitgewerkt en dit plan en de verbeelding zijn op elkaar aangepast. Het
bouwvlak ligt zo strak mogelijk om de nieuwbouw heen, waarbij rekening is gehouden met erkers,
balkons, maar ook met ruimte voor afschermende maatregelen voor geluid etc. Dit betekent dat de
bouwgrens op de verbeelding iets is aangepast, maar ook dat de regeling van artikel 4.2.2. sub c en d kan
vervallen.
Over de grenzen van de bestemming voor kantoren en wonen verwijzen wij naar het gestelde onder 1.7 is
gezegd.
De verbeelding en regels zijn hierop aangepast.
Samenvatting 1.9.
Het bouwblok aan de westzijde ligt op ongeveer 4 meter van de perceelsgrens, redelijk dicht bij de
bestaande (bedrijfs)gebouwen met daarin ateliers, waarvan de ramen aan de zijde van de nieuwbouw
zitten. Er zal beduidend minder daglichttoetreding zijn voor de ateliers, zeker als de maximale
mogelijkheden voor bouwen van het bestemmingsplan benut worden.
Reclamant stelt voor het bouwblok naar het oosten te verplaatsen.
Beoordeling
Ad 1.9.
Het bouwplan is inmiddels uitgewerkt en over de grenzen van de verbeelding gelegd. Dit heeft ertoe
geleid dat de bouwgrenzen circa 0,7 meter opgeschoven zijn in oostelijke richting. Het bouwvlak ligt nu op
gemiddeld 3.7 meter van de erfgrens. Het bouwvlak kent geen mogelijkheid voor uitbreiding van het
gebouw naar de westzijde.
De verbeelding is hierop aangepast.
De afstand van de nieuwbouw en het bestaande gebouw met daarin de ateliers is voldoende om te
zorgen voor genoeg lichtinval, conform het Bouwbesluit. Wel zal door het bouwplan het zonlicht in de
ochtenduren minder zijn.
-6-