Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 44612]
Concrete voorstellen voor de programmering 2017 en verder zijn opgenomen in hoofdstuk 3 van het
ondernemingsplan. Voorstellen voor vaste presentaties op de erfgoedlocaties in hoofdstuk 4.
Met de gedachte erfgoedpartners (KMA, Grote Kerk, Maczek, Begijnhof), instellingen op het gebied van
de visuele kunsten (BredaPhoto, GDFB, City of Imagineers), de creatieve opleidingen (NHTV, AKV St.
Joost, De Nieuwe Veste) en marketingorganisaties (Citymaking Breda, Visit Brabant) is gesproken over
samenwerkingsmogelijkheden. Alle betrokken partijen zien voordelen in een verdergaande
samenwerking, en hechten aan een goede horizontale programmering in de stad. De resultaten van de
besprekingen zijn verwerkt in het ondernemingsplan. De kansen die er liggen worden inhoudelijk verder
uitgewerkt.
Inventarisatie en het beleid ten aanzien van het gebruik en het beheer van de collecties
De collecties van beide musea kennen meer dan 150 eigenaren, waarondereen beperkt aantal grotere
eigenaren. Voor de collectie van het. Breda's Museum vindt een inventarisatie plaats van de status van de
collectie (welk object, in welke staat, wie is de eigenaar, onderliggende contracten).Duidelijkheid is van
belang bij een eventuele overgang naar een andere beheerder.
De uitdaging van een op de museale visie afgestemd collectiebeleid en -beheer is in beeld gebracht, met
diverse alternatieven, en wordt besproken met de collectie-eigenaren. In het overleg staat een zorgvuldig
beheer van de collecties centraal, worden de verantwoordelijkheden opnieuw benoemd, en worden
keuzen in beeld gebracht rond wenselijke collectie en een strategie van verzamelen en ontzamelen. Het
belang van het erfgoed vraagt om een uiterst zorgvuldig traject in deze, mét de collectie-eigenaren. In de
loop van dit jaar wordt hieraan verder inhoud gegeven, met als inzet om voor het einde van het jaar tot de
nodige overeenkomsten te komen.
De vorm en inhoud van de nieuwe organisatie en het besturingsmodel/ invulling topstructuur
Na weging van plussen en minnen blijkt het inhoudelijk, kostentechnisch en procesmatig het meest
efficiënt om de stichting MOT! als vehikel te gebruiken voor de inrichting van de nieuwe organisatie. De
oprichting van een geheel nieuwe stichting lijkt op het eerste gezicht aantrekkelijk, maar is duurder en
complexer dan het ombouwen van een bestaande stichting via wijziging van statuten, nieuwe Raad van
Toezicht et cetera.
De bestaande projectgroep blijft als werkapparaat zorg dragen voor continuïteit en het proces faciliteren.
Deze groep wordt opgeheven zodra het definitieve ondernemingsplan gereed is en de nodige
overeenkomsten zijn getekend (o.a. rond de huisvesting museum en depots, het beheer van de
collecties).
Na besluitvorming in de gemeenteraad en de Raad van Toezicht van MOTI in april 2016 wordt een
nieuwe voorzitter voor de RvT aangezocht, de RvT samengesteld, statuten aangepast, en inhoud
gegeven aan directie/ bestuur. Het definitieve ondernemingsplan is gereed in december 2016.
Voor de invulling van het besturingsmodel zijn profielen opgesteld voor de nieuwe Raad van Toezicht.
Daarnaast zijn functieprofielen en een globaal organogram opgesteld voor de nieuwe organisatie, met
specifieke aandacht voor de inhoudelijke borging van de domeinen erfgoed, beeldcultuur en community.
De nieuwe Raad van Toezicht stelt het profiel vast van bestuur/directie en benoemt deze na selectie,
conform de statuten na goedkeuring van het college van B&W.
De financiële uitgangspunten voor het nieuwe museum en de kosten van de transitie
Uitgangspunt voor het nieuwe museum blijft het beschikbare budget voor de beide huidige musea ad 3,5
miljoen euro.
In de huisvestingslasten van het museum is een flexibel budget opgenomen voor het verzorgen van
activiteiten en exposities buiten het museum (o.a. in leegstaande gebouwen, station, pop-ups,
multifunctionele expositieruimte).
In de begroting is gerekend met 400.000 externe financiering. Dit bedrag is gebaseerd op
ervaringscijfers van MOTI (Breda's Museum had niet veel externe financiering). Hierbij moet worden
vermeld dat MOTI veel project- en programmasubsidies verkreeg op basis van haar specifieke
performance op het vlak van beeldcultuur. Een goede marketing rond het nieuwe museale concept is in
die zin van groot belang.
Veranderen kost geld. De frictiekosten gekoppeld aan de transitie van twee organisaties naar één
bedragen circa 1,4 miljoen euro (coördinatiekosten proces ondernemingsplan, inhoudelijke advisering,
-4-