Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 44612]
een lokale én landelijke betekenis. Er is sprake van een realistische begroting, die garant staat voor een
solide basisprogrammering.
Een risico is nog aanwezig waar het gaat om de kosten verbonden aan een solide depotvoorziening. De
uitwerking van het collectiebeleid met de eigenaren is hierbij van belang. Om de gestelde ambities
volledig waar te maken dienen elk jaar opnieuw de nodige inspanningen op basis van een overtuigende
programmering te worden verricht om project- of programmasubsidies binnen te halen.
Juridisch
De bestaande stichting MOTI wordt gebruikt als vehikel om te komen tot de stichting voor het
nieuwe museum. Naam en statuten worden aangepast. De Raad van Toezicht wordt grotendeels
vernieuwd, voor de afwikkeling van de oude organisatie wordt uitgegaan van gedeeltelijke
continuïteit in de samenstelling van de Raad van Toezicht;
De uitvoeringsovereenkomst tussen MOTI en de gemeente regelt de afspraken rond de
transitieperiode april 2016 - januari 2017, en is vergezeld van een transitieschema;
In het transitieschema is ook het moment opgenomen waarop nieuwe overeenkomsten worden
gesloten rond huisvesting, collecties, subsidies, etc.
Het personeel van zowel Breda's Museum als MOTI is periodiek geïnformeerd over de voortgang
van het proces van totstandkoming van het nieuwe museum. De rechtspositie van het personeel
is onderwerp van gesprek met de ondernemingsraad en het gemeenschappelijk overleg.
Financieel
Door bundeling van beide bestaande musea kan vanwege de synergie-effecten een gezonde financiële
basis worden gecreëerd voor het nieuwe museum. Middels nieuwe businessmodellen wordt de
financieringsmix tussen de gemeentelijke subsidiebijdrage en de eigen inkomsten uit diverse bronnen
naar de toekomst toe verder verstevigd.
Meerjaren-exploitatiebegroting
In het bestuursakkoord Focus op Vooruitgang 2015-2018 is het financiële kader voor het nieuwe museum
bepaald en vastgesteld op de huidige financiële bijdragen aan de bestaande musea tezamen. Dit betreft
€1,1 miljoen voor Breda's Museum en 2,4 miljoen voor MOTI, totaal dus 3,5 miljoen. De jaarlijkse
financiële dekking komt uit de gemeentelijke begroting (subsidies cultuur). De exploitatiebegroting voor
het nieuwe museum laat op basis van realistische prognoses een sluitend meerjarig perspectief zien.
Frictie- en opstartkosten
Uiteraard is er bij de voorbereiding van het nieuwe museum sprake van frictie- en opstartkosten. Deze
kosten manifesteren zich vooral in 2016 en worden geprognosticeerd op totaal 1,4 miljoen. Op
detailniveau zijn deze kosten op voorhand niet nauwkeurig te ramen, waardoor de 1,4 miljoen als
totaalbijdrage wordt gezien waarbinnen desgewenst tussen posten onderling kan worden uitgewisseld
indien de praktijk daartoe aanleiding geeft. De financiële dekking van de frictie- en opstartkosten komt
voor€ 0,4 miljoen uit de gemeentelijke begroting 2016 (impulsmiddelen cultuur). De resterende 1,0
miljoen wordt betrokken bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2016.
De voorbereidingskosten die vooruitlopend op de definitieve bestuurlijke besluitvorming worden gemaakt
komen vooralsnog ten laste van de exploitatiebegroting van Cultuur/Breda's Museum. Mocht
besluitvorming onverhoopt achterwege blijven dat zal binnen de exploitatiebegroting 2016 van
cuituur/Breda's Museum de prioriteiten opnieuw worden beoordeeld.
Risico's en weerstandsvermogen
Bij de start van het nieuwe museum is het belangrijk dat er een goed evenwicht is tussen de risico's en
het benodigd eigen vermogen om de risico's te kunnen opvangen indien deze zich toch voordoen,
ondanks alle beheersingsmaatregelen. In het concept-ondernemingsplan zijn het depotvraagstuk op
termijn, de lopende geldlening van gemeente aan MOTI en de onzekerheid met betrekking tot externe
financieringsbronnen als belangrijkste risico's geduid. Op het moment van het schrijven van dit
bestuursvoorstel wordt de vermogenspositie van MOTI naar aanleiding van de jaarrekening 2015 in beeld
gebracht. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de vermogenspositie van MOT!, die mee overgaat naar
de nieuwe organisatie, voldoende is voor een gezonde financiële start in dit kader per 1 januari 2017.
Huisvesting depot erfgoedcollectie
Het vraagstuk met betrekking tot m.n. de erfgoedcollectie vraagt naar verwachting meer tijd en zal bij de
besluitvorming in april a s. over het nieuwe museum niet volledig tot besluitvorming kunnen leiden, o.a.
ten aanzien van het depotbeleid. De financiële consequenties op termijn zijn globaal in beeld gebracht,
-7-