$H<< Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 44848] stellen van 0,70 in 2017 oplopend naar€ 1,00 per inwoner in 2020. Belangrijkste argumenten om de bijdrage te verhogen zijn de beëindiging van de bijdrage van bedrijfsleven (sponsoring) vanwege de samenwerking met de BOM heeft de REWIN, de relatieve lage bijdrage per inwoner i.r.t. omliggende regio (aantoonbare achterstand in slagkracht), het nieuwe regionaal afgestemd ambitie-niveau en de borging voor langere termijn van het daarbij horende nieuwe produktplan en de daarvoor benodigde doorontwikkeling van de REWIN. Met die versterkte inzet wordt gefocust op drie majeure thema's: a. Nieuwe vestigers (het werven van nieuwe bedrijven en daarmee creëren van nieuwe werkgelegenheid) b. Business Development (schaaleffecten en innovaties in speerpuntensectoren logistiek, maintenance en biobased economy) c. Kansrijke MKB. Dit alles in een programmatische aanpak die de basis legt voor meer effectieve samenwerking tussen de (boven)regionale partijen. Deze aanpak en focuspunten passen uitstekend bij de Bredase ambitie om de economische structuur van de Breda en West-Brabant te versterken. Voorgesteld wordt om in te stemmen met structurele verhoging van de bijdrage aan de REWIN met een evaluatie van de resultaten van de extra inzet over drie jaar (2019). In het produktplan van REWIN worden doelstellingen geformuleerd ten aanzien van de diverse werkvelden. Het is van belang om deze op korte termijn te vertalen naar concrete prestatieafspraken waarop tussentijds en bij voornoemde evaluatie gemonitord kan worden. a. indexering: ten opzichte van de in de kaderbrief opgenomen indexering van de kosten met 0,5% wordt in de begroting 2017 ten aanzien van (uitsluitend) de apparaatskosten, een indexering gehanteerd van 1,4%. De oorzaak van deze gewijzigde indexering is het nieuwe CAO-akkoord 2016-2017 waardoor de loonkosten met 3,4% stijgen. Gelet hierop is het niet realistisch de loonkosten met 0,5% te indexeren. Voorgesteld wordt hiermee te in stemmen b. in de begrotingsstukken van de RWB worden risico's benoemd (zie blz. 30 onder 2.1 Weerstandsvermogen). Deze worden echter niet gekwantificeerd en/of geprioriteerd. Hierin is een verbeterslag nodig. Meer in bijzonder ontbreken de onderbouwing en bestedingsplannen voor de reserves rekeningsaldo MARB en functiewaardering HR21 Voorgesteld wordt hier een opmerking over te maken en uit te spreken dat deze twee reserves, als er geen onttrekkingen aan deze reserves worden voorzien, bij moment van de jaarrekening uitgekeerd dienen te worden aan de deelnemende gemeenten. Afwegingen Gelet op bovenstaande opmerkingen en aandachtspunten wordt voorgesteld de volgende Bredase zienswijze op de begroting 2017 van de RWB inclusief bijdrage aan NV REWIN in te dienen: a) Bij de volgende aanbesteding van het KCV nadrukkelijk te onderzoeken of dat alternatieve, slimmere vervoersconcepten kunnen worden gehanteerd. b) De extra bijdrage voor REWIN structureel beschikbaar te stellen en het resultaat van de extra inzet over drie jaar evalueren. Met Rewin concrete prestatieafspraken te maken over de besteding van de extra biidraqe. Deze prestatieafspraken tussentijds te monitoren (bij voorkeur via de P&C-cyclus van de RWB). c) Te onderzoeken of het O&O fonds een structureel overschot heeft. En zo ja, dit overschot bij het moment van de jaarrekening uit te keren aan de deelnemende gemeenten d) De reserves rekeningsaldo MARB en functiewaardering HR21 nader te onderbouwen. Als deze onderbouwing niet, te geven is de reserves uit te keren aan de deelnemende gemeenten. e) In de volgende P&C documenten de risico's van de gemeenschappelijke regeling nader te kwantificeren en te profiteren. Juridisch De gemeenschappelijke regeling Regio West-Brabant schrijft voor dat de concept-begroting aan de algemeen besturen cq gemeenteraden wordt voorgelegd, zodat zij hun zienswijze kenbaar kunnen maken voor het algemeen bestuur van de regeling de begroting definitief vaststelt. Bij aanbieding van de zienswijze zal aan het bestuur van RWB worden gevraagd verantwoording af te leggen hoe zij met de ingediende zienswijze is om gegaan. -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 41