Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 44803]
Artikel 4:16 Bestrijding van boomziekten
1Als zich op een terrein één of meer houtopstanden bevinden die naar het oordeel van het
bevoegd gezag gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering
van de ziekteverspreiders zoals insecten en schimmels, is de eigenaar, als hij daartoe door
het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen
termijn:
a. de boom te kappen;
b. conform richtlijnen van de gemeente de gekapte boom direct zodanig te behandelen dat
verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen.
2. Het is verboden, zonder vergunning, gekapte bomen of delen daarvan voorhanden of in
voorraad te hebben of te vervoeren, als het om een boomsoort gaat die de desbetreffende
boomziekte kan verspreiden.
Artikel 4:17 Afstand van de erfgrenslijn
De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor
bomen en op nihil voor heesters en heggen.
Artikel 4:18 Uitzicht belemmerende beplanting
De eigenaar van een boom, heg, struik of andere beplanting die aan het wegverkeer het vrije
uitzicht kan belemmeren of daaraan op andere wijze hinder of gevaar kan opleveren, is verplicht
deze beplanting te snoeien, of op te binden, ofte verwijderen na aanschrijving door het bevoegd
gezag, binnen een door hen te stellen termijn en overeenkomstig hun aanwijzingen.
Artikel 4:19 Overgangsbepalingen
1. Besluiten, genomen krachtens de Bomenverordening 2001 en Bomenverordening 2010 en de
daarbij behorende Regeling waardevolle bomen en bomenstructuren, Regeling Herplantplicht
Bomenverordening Breda 2010 en, Lijst van waardevolle bomen en Gemeentelijke
Bomenstructuur, blijven - indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of
ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in Hoofdstuk 4, Afdeling 3 en 4 van deze verordening
- van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden
ingetrokken.
2. Besluiten, als bedoeld lid 1worden geacht besluiten in de zin van Hoofdstuk 4, Afdeling 3 en
4 van deze verordening te zijn.
3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van Hoofdstuk 4, Afdeling 3 en 4 van deze
verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de verordeningen,
regelingen en lijst als bedoeld in lid 1is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding
van Hoofdstuk 4, Afdeling 3 en 4 van deze verordening nog niet op de aanvraag is beslist,
wordt daarop de overeenkomstige bepaling van Hoofdstuk 4, Afdeling 3 en 4 van deze
verordening toegepast.
Bijlage I: Bomenkaart; vergunningplichtige houtopstanden
Bijlage II: Toelichting
3. Tot intrekking van bepaling 2,3.10.1, 2.3.10.2, 2.3.10 3 en 2.3.10.4 uit Hoofdstuk 3
Omgevingsvergunning, titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving
omgevingsvergunning van de tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Breda 2016.
4. de volgende verordening tot vaststelling van de eerste wijziging van de Legesverordening Breda
2016 vast te stellen:
2.3.10
Kappen
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen
of doen vellen van een houtopstand, waarvoor op grond van artikel 2 van de 'Bomenverordening
Breda 2010' een vergunning is vereist, ais bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g,
van de Wabo, bedraagt het tarief:
-5