Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 44711] Conclusie Dit onderdeel van de zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Samenvatting 3.2. Bebouwingspercentage en vergroten bouwvlak In het geldende bestemmingsplan Ruitersbos zijn ai uitbreidingsmogelijkheden opgenomen voor de school en het nieuwe plan maakt nog meer uitbreidingsmogelijkheden mogelijk. Het bebouwingspercentage wordt opgerekt naar 45% (dit is bijna 30% meer ten opzichte van de huidige situatie), maar ook wordt het bouwvlak vergroot. Er is op geen enkele wijze waarborg gegeven hoe de nieuwbouw zich verhoudt tot de woonfunctie en hoe de groene karakteristiek wordt gewaarborgd. Het bestemmingsplan moet worden aangepast zodanig dat het bouwvlak strak om de nieuwe en bestaande bebouwing wordt gelegd, zodat maat en schaal vastliggen. Kritische details zoals terugliggende gevels, geen lange aaneengesloten gevels etcmaar ook het onbebouwd laten van het sportveld, worden op die manier vastgelegd en het monumentale karakter kan beter geborgd worden. Beoordeling Ad 3.2. Voor ons oordeel verwijzen wij naar het gestelde onder beoordeling ad 1.4 en 1.5. Conclusie Dit onderdeel van de zienswijze is, met betrekking tot het aanpassen van het bouwvlak, gegrond en voor het overige ongegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. Samenvatting 3.3. Handhaven groene karakter Reclamant stelt voor om in het bestemmingsplan een kwalitatieve verplichting op te nemen om op die wijze de kwaliteitsborging van de groenstructuur planologisch te verankeren. Op deze wijze zal dan ook het zicht op de fietsenstalling, door de borging van het groen, weggenomen worden, het groen breekt de massaliteit van de bebouwing en zorgt voor extra privacy. De groenstructuren moeten passend zijn bij de uitstraling van de wijk en voldoen maat in lengte, breedte en hoogte hebben, zodat ze ook ecologisch een betekenis kunnen krijgen. Beoordeling Ad 3.3. Het is niet geheel duidelijk welke groenstructuur reclamant bedoelt. De groenstructuur gelegen buiten het plangebied blijft onaangetast en is al verankerd in het vigerende bestemmingsplan. Binnen het plangebied zullen twee bomen bij de hoofdentree van het Mencia verdwijnen, doch deze zijn niet aan te merken als een bepalende groenstructuur voor de wijk. In de ontwerpomgevingsvergunning, welke eveneens ter visie heeft gelegen, is aangegeven dat tussen de (nieuwe) fietsenstalling en de sportvelden een hoge groene haag wordt aangeplant. Tevens is bij het nieuwe schoolpleintje bij de ISB opgenomen dat daar een haag komt (met daarachter) een hekje, waarvoor geen hoogtemaat is opgenomen. Conclusie Dit onderdeel van de zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Samenvatting 3.4. Verkeersproblematiek De verkeersproblematiek in de wijk is niet opgelost en de wijzigingen die op grond van het bestemmingsplan mogelijk zijn en daarmee samenhangend een grotere toename van de verkeersdruk moeten afgestemd zijn op elkaar. Er heeft veel overleg plaatsgevonden waarbij de veiligheid als uitgangspunt voorop staat. Om die reden geeft reclamant aan het niet verstandig om de stroom van 1200 fietsers te leiden naar de nieuwe fietsenstalling aan de Mendelssohnlaan. Reclamant stelt voor drie ingangen te realiseren, namelijk: ingang Noord (voor fietsers uit Boeimeer) op de hoek Mozartlaan/Mendelssohnlaaningang Zuid (voor fietsers vanuit Ginneken) bij de Ruitersboslaan/Mendelsohnlaan en een derde ingang West voor de fietsers uit het Heuvelkwartier. Mozartlaan West is overigens al toegezegd. -11-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 26