Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 44711] Aanpassing naar aanleiding van zienswijzen/ambtshalve aanpassing Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen is besloten de verbeelding aan te passen. Op de verbeelding zal de bouwgrens meer direct om de bestaande en nieuw te bouwen bebouwing worden gelegd, zodat duidelijker aangegeven wordt dat het sportveld niet bebouwd zal worden. Ook zal binnen diverse vlakken middels een hoogtescheidingslijn de maximale hoogte van de verschillende bouwdelen aangegeven worden. Tenslotte zal, doordat de bouwgrens om de bebouwing wordt gelegd, het bebouwingspercentage aangepast worden. Dit percentage geeft aan hoeveel van het bouwvlak bebouwd mag worden en nu de bouwgrenzen om de bebouwing komen, mag het bouwvlak voor 100% bebouwd worden. Zowel de verbeelding als de regels zullen aan deze ambtshalve aanpassing gewijzigd worden. In de inleiding is aangegeven dat in de Structuurvisie 2030 niet alleen de kernwaarde 'Breda onderwijsstad' van belang is, maar ook de waarde 'Cultureel erfgoed en de creatie van nieuwe waarden'. De in de inleiding genoemde passage zal naar aanleiding van deze ambtshalve aanpassing ook in de toelichting opgenomen worden Afwegingen De ingediende zienswijzen en opmerkingen geven aanleiding het plan gewijzigd vast te stellen. Hiertoe zullen de verbeelding en de regels worden aangepast. Juridisch Na vaststelling van het bestemmingsplan door de raad wordt het bestemmingsplan op grond van artikel 3.8, vierde lid, Wro, opnieuw aan de provincie voorgelegd, omdat wijzigingen zijn aangebracht ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan. Vervolgens wordt het vastgestelde bestemmingsplan, alsmede de verleende omgevingsvergunning en de verleende ontheffing Hogere waarde, bekendgemaakt en kunnen belanghebbenden gedurende 6 weken beroep tegen de 3 genoemde besluiten instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Na afloop van de beroepstermijn treden de besluiten in werking, tenzij naast beroepschriften ook verzoeken om voorlopige voorzieningen worden ingediend. Een verzoek om voorlopige voorziening heeft schorsende werking, dus treedt het besluit waartegen een voorlopige voorziening is ingesteld, pas in werking nadat de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State het verzoek om voorlopige voorziening heeft afgewezen vanwege het ontbreken van een spoedeisend belang aan de zijde van appellant. Financieel Voorstel impliceert begrotingswijziging De realisatie van de voorgenomen ontwikkeling is alleen mogelijk door aanpassing van het planologisch regiem. De initiatiefnemer is financieel drager van het project. De gemeente beperkt zich tot het verlenen van planologische medewerking van de uitvoering van het project en draagt geen financiële risico's voor de realisatie. De gemeente heeft met de ontwikkelaar hiertoe een overeenkomst gesloten met betrekking tot de financiële afhandeling van het plan. In de overeenkomst worden afspraken gemaakt aangaande de ontwikkeling van het nieuwe complex en de kosten voor het opstellen van het bestemmingsplan Het vaststellen van een exploitatieplan is derhalve niet meer nodig. Communicatie Communicatie tot nu toe Een Breda bericht is in maart 2016 bij omwonenden verspreid en een informatieavond is gehouden op 13 april 2016. Een vervolggesprek heeft plaatsgevonden op 19 april 2016 -17-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 32