Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 44666]
Samenvatting 3.8.
Er is onvoldoende aandacht in het plan voor het groen. Aan de bestaande bomen en groen wordt geheel
voorbijgegaan, terwijl voor alle bestaande bomen een kapvergunning is aangevraagd. Er wordt aan de
straatzijde ten onrechte geen enkele boom gehandhaafd dan wel geplant en dit verstoort het evenwicht en
het aanzien van de straat.
Beoordeling
Ad 3.8.
Zie voor ons oordeel over dit onderdeel het gestelde onder beoordeling 3.2.
Samenvatting 3.9.
Uit het gehouden onderzoek van bureau Tritium blijkt dat voor de geluidsbelasting voor de Burg.
Middelaerlaan, de Vogelenzanglaan en het Schoolakkerplein de geluidbelasting op de gevels niet voldoet
aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Tritium adviseert dan ook om in het kader van een goed woon-
en leefklimaat een aanvullend onderzoek te doen ter bepaling van de geluidwering van de gevels, doch dit
is nagelaten. Daarnaast is de geluidbelasting van het aan te leggen parkeerterrein op de binnenplaats niet
meegenomen in het gehouden onderzoek.
De conclusies uit het onderzoek van Tritium, zoals weergegeven op pagina 51 en 52 van de toelichting
zijn onjuist. Het aspect geluid vormt namelijk wel een belemmering voor het plan. In het kader van het
bestemmingsplan, en niet pas bij de omgevingsvergunning, moet een nader onderzoek uitgevoerd
worden om te beoordelen of de akoestische situatie acceptabel is.
Beoordeling
Ad 3 .9
Het adviesbureau Tritium heeft in haar onderzoek van 1 juli 2015 twee aspecten op het gebied van
akoestiek onderzocht. Hieruit blijkt dat het nieuwbouwplan voldoet aan regelgeving, beleid van de
gemeente Breda, goed woon- en leefklimaat en een goede ruimtelijke ordening.
In het kader van de nieuwbouw is enerzijds de geluidbelasting bepaald ter plaatse van het plan
(geluidgevoelige bestemming). De situatie voldoet hierbij aan wetgeving, met als conclusie dat in het
kader van de omgevingsvergunning de situatie ook moet voldoen aan eisen uit het Bouwbesluit. Het
onderzoek geluidwering gevels waaraan appellant refereert is onderdeel van de omgevingsvergunning.
Ten aanzien van de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde kan worden opgemerkt dat deze
grenswaarde enkel werking heeft bij nieuwbouw en niet op bestaande bebouwing. Het is in bestaand
stedelijk gebied niet ongebruikelijk dat de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden zonder dat dit leidt
tot een onaanvaardbare woonsituatie.
Naast deze berekening is anderzijds het effect van de ontwikkeling op de omgeving bepaald als
onderdeel van een goede ruimtelijke ordening. Hieruit blijkt een beperkte verhoging van 0,8 dB die als
niet-waarneembaar wordt gekwalificeerd. Een aanvullend onderzoek naar de geluidwering van gevels is
door deze conclusie niet aan de orde.
Op basis van de zienswijze is er dan ook geen noodzaak om nader onderzoek uit te voeren.
Conclusie
De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan
Samenvatting 3.10
Het plangebied ligt in de nabijheid van een Natura 2000-gebied en op grond van artikel 19j, lid 2
Natuurbeschermingswet 1998 moet onderzocht worden of het plan afzonderlijk of in combinatie met
andere plannen en projecten significante gevolgen kan hebben voor het Natura 2000-gebied. De
uitgevoerde Voortoets Natura 2000 van BLT d.d. 1 juli 2015 voorziet niet althans niet volledig in een
combinatie met andere plannen en projecten. In de toelichting wordt op pagina 12 slechts gesteld dat uit
vergelijkbare ontwikkelingen blijkt dat de stikstofdepositie binnen de 0,05 mol/ha/jaar ligt maar niet wordt
aangegeven welke ontwikkelingen dit betreft.
Ook de stelling dat uitstoot binnen de grenswaarde valt en depositieruimte beschikbaar is, is niet nader
onderbouwd.
-14-