Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Reglstratienr:: 44741]
Tenslotte heeft de initiatiefnemer met de gemeente een anterieure overeenkomst gesloten, inclusief een
pianschadeverhaalsovereenkomst, waarmee eveneens voldaan is aan de financiële uitvoerbaarheid. In
deze overeenkomst is het kostenverhaal voor de gemeente opgenomen, alsmede de
pianschadevergoeding indien hiervan te zijner tijd blijkt
Conclusie
De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Samenvatting 2.6.
Verbeelding ontwerpbestemmingsplan
De verklarende legenda bij de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan is onvolledig. Er staat
een rode stippellijn op de verbeelding (ter hoogte van de Haagweg) en er staat een aanduiding 'sba-eb'
op de verbeeldingwaarvan onduidelijk is wat dit betekent. Daarnaast zijn de bouwpercelen en
bouwaanduiding niet op de verbeelding opgenomen terwijl deze wel in de legenda staan vermeld.
Beoordeling
Ad 2.6.
De aanduiding 'sba-eb: betekent: specifieke bouwaanduiding-erfbebouwing. Dit houdt in dat
De verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan is correct weergegeven. De wijze waarop een
digitale verbeelding raadpleegbaar is verschilt echter ten opzichte van een analoge (papieren)
verbeelding van een bestemmingsplan. De digitale verbeelding is overigens volgens de Wet
ruimtelijke ordening leidend als toetsingskader.
Wanneer gebruik wordt gemaakt van de viewer van de gemeente Breda of de landelijke website
ruimtelijkeplannen.nl dient op de verbeelding zelf geklikt te worden om de specifieke voorwaarden en
regelingen inzichtelijk te maken. De bijbehorende (automatisch gegenereerde) legenda is hierbij
slechts ter oriëntatie. Bij de analoge versie van de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan zijn
de plankaart en de verklarende legenda overigens wel identiek aan elkaar ten behoeve van de lees- en
raadpleegbaarheid.
Op de verbeelding Is, in. tegenstelling tot reclamant aangeeft, wel de bouwaanduiding opgenomen. De
bouwpercelen zijn inderdaad niet opgenomen, maar staan ook niet aangegeven op de legenda.
Conclusie
De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Samenvatting 2.7.
Situering woningen en bijgebouwen
Het is onduidelijk waar de woningen en bijgebouwen worden gesitueerd. In de toelichting van het
ontwerpbestemmingsplan is wel een verkaveiingsplan opgenomen maar deze is niet geborgd in de
verbeelding. Doordat de plaatsing van de woningen bepalend is voor de verandering in het uitzicht
vanaf de woning van reclamant is het noodzakelijk dat hierin helderheid wordt gegeven om een
inschatting te kunnen maken van de aantasting van het woongenot.
Beoordeling
Ad 2.7
In dit stadium is nog geen concreet bouwplan aanwezig. Met de onderhavige bestemmingsplanprocedure
wordt het juridisch-planologische kader vastgesteld waaraan een toekomstig bouwplan moet voldoen.
Het aantal woningen, de omvang, de hoogte, de afstanden tot de perceelsgrenzen, situering bijgebouwen
en de ontsluiting zijn randvoorwaarden voor het bouwen van de woningen en daarmee liggen de
belangrijkste uitgangspunten vast.
De nieuwe woningen hebben een hoogte van twee lagen met een kap Dit komt overeen met de woningen
uit de directe omgeving. Met deze hoogte is geen sprake van een onredelijke belasting naar de
omliggende tuinen/percelen. Zie voorts ook de beoordeling onder onderdeel 2.3, waarin is aangegeven
dat artikel 3 en de verbeelding aangepast zijn
Conclusie
De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
-6-