>^<f< Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 44741] Samenvatting 2.11 Erfafscheidingen Tijdens de inloopbijeenkomst is door reclamant aandacht gevraagd voor de sociale veiligheid mede in relatie tot de te realiseren erfafscheidingen. In verband met het nu groene karakter zou reclamant graag een groene erfafscheiding zien over de gehele zuidzijde van het perceel. Verzocht wordt om in de regels van het bestemmingsplan de wijze van erfafscheiding te verankeren door niet alleen een maximale hoogte op te nemen maar tevens een minimale hoogtemaat van 1,8 meter te benoemen. Afgesproken is dat de ontwikkelaar op korte termijn contact zou zoeken en helaas moet geconstateerd worden dat dit nog niet is geschied. Beoordeling Ad 2.11 Een maximale bouwhoogte dient om te voorkomen dat een erfafscheiding leidt tot een onevenredige schaduw- of wandvorming voor eventuele buren of andere betrokkenen. Het argument dat een minimale bouwhoogte een toegevoegde waarde is vanuit hef oogpunt van sociale veiligheid wordt niet ais zodanig door de gemeente Breda ervaren. Bij het aspect sociale veiligheid gaat het om een subjectieve factor het 'zich veilig voelen' en een objectieve factor' de daadwerkelijke veiligheid. Het begrip sociale veiligheid wordt gehanteerd om spraakverwarring met verkeersveiligheid, de fysieke veiligheid te vermijden. Vanuit de stedenbouw en de ruimtelijke ordening wordt een bijdrage geleverd door middel van een adequate vormgeving en inrichting van de gebouwde omgeving, waarmee bijvoorbeeld de kans op vandalisme, diefstal of inbraken beperkt kunnen blijven. Zoals reeds eerder gemotiveerd onder beoordeling ad 2.2. is het verkavelingsvoorstel tot stand gekomen op basis van een zorgvuldige stedenbouwkundige opzet en afweging vanuit onder meer het aspect van sociale veiligheid. Voor de volledigheid is in artikel 11.2 van de regels bij het bestemmingsplan wei de mogelijkheid opgenomen dat Burgemeester en wethouders nadere eisen kunnen stellen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing ten behoeve van onder meer de sociale veiligheid. Bovendien is een erfafscheiding een vergunningsvrij bouwwerk als bedoeld in artikel 2 bijlage il Besluit Qmgevingsrecht, indien dit betreft een erfafscheiding tot een maximale maat van 1.80 meter: Dit betekent dat toetsing aan de regels van het bestemmingsplan niet is verplicht en er geen omgevingsvergunning is vereist voor de realisatie van een erf- of perceelafscheiding mits voldaan wordt aan desbetreffende eisen. Het opnemen van aanvullende voorwaarden in de regels van het bestemmingsplan heeft derhalve geen toegevoegde waarde. Het vastleggen van een minimale hoogte voor een erfafscheiding heeft ook nog een belangrijk praktische bezwaar, zeker als gekozen wordt voor een groene erfafscheiding, omdat een dergelijke erfafscheiding pas na verloop van tijd een bepaalde hoogte zal bereiken en het niet, reëel is om bij een groene erfafscheiding al direct een minimale hoogte voor te schrijven. Inmiddels is er contact geweest tussen de ontwikkelaar en reclamant teneinde de situatie met de erfafscheiding en de mogelijkheden daaromtrent te bespreken. Conclusie De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Samenvatting 2.12. Eigendomssituatie De erfgrens komt niet overeen met de kadastrale grens van het perceel van reclamant. Dit dient derhalve gecorrigeerd te worden. Beoordeling Ad 2.12. De verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan is gebaseerd op de actuele digitaie kadastrale ondergrond. De begrenzing van het plangebied is conform het perceel, kadastraal bekend als sectie I -8-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 48