Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratie or: 44741]
nummer 2472. Reclamant is derhalve onjuist in de constatering dat de begrenzing van het
bestemmingsplangebied gewijzigd dient te worden.
Conclusie
De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Zienswijze 3 a en b, Mees en Minke Heuij en Toon Kerremans
Samenvatting 3.1.
Verlies speelvoorziening
Mees, Minke en Toon vinden het jammer dat het weitje achter hun huis, waar zij en de andere kinderen uit
de buurt, altijd speten en waar veel dieren zijn, zal verdwijnen door de nieuwe huizen.
Beoordeling
Ad 3 .1
Wij begrijpen, dat het voor Mees, Minke en Toon. en voor de andere kinderen uit de buurt vervelend is dat
deze speelplek verdwijnt. Al eerder is geschreven dat het weitje eigendom is van een privépersoon en dat
het daarom geen officiële speelplek is. In de omgeving zijn ook nog speelplekken aanwezig waar de
kinderen terecht kunnen.
Conclusie
De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Samenvatting 3.2.
Flora en fauna
Het perceel aan de Haagweg 357 leven veel dieren zoals de steenmarter, specht en salamander. Hoe
wordt dit opgelost als er gebouwd gaat worden?
Beoordeling
Ad 3.2.
In november 2015 is een rapport, quickscan flora en fauna, opgesteld door een erkend ecologisch bureau.
Uit dit rapport blijkt dat door het bouwen van de huizen op dit perceel er geen negatieve effecten zijn op
het aspect flora en fauna. Wij hebben dit rapport getoetst en hebben geen reden om de conclusies en
bevindingen uit de verrichte quickscan flora en fauna in twijfel te trekken.
Als er onverhoopt ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden toch beschermde planten- en
diersoorten binnen het. gebied aanwezig zijn dan dient altijd voldaan te worden aan de algemene
zorgplicht conform artikel 2 van de Flora- en faunawet. Deze zorgplicht houdt in ieder geval in dat een
ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor
flora of fauna
kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten, voorzover zulks in
redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nenien die redelijkerwijs van hem
kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voorzover dse gevolgen niet kunnen
worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.
Conclusie
De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Zienswijze 4, mevrouw L .Schipper
Samenvatting 4.1.
Structuurvisie Breda 2030
In de structuurvisie wordt benadrukt dat bouwplannen moeten leiden tot een kwalitatieve verbetering
van de locatie. De in het ontwerpbestemmingsplan voorgestelde ontwikkelingen leiden niet direct tot
dg meerwaarde die in de structuurvisie wordt voorgestaan. De bebouwing leidt niet tot toevoegingen
aan het karakteristieke straatbeeld van de Haagweg en door de beoogde bebouwing ontstaat
aantasting van het unieke groene karakter.
-9-