Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratïenn 44741]
Beoordeling
Ad 4.1.
Zoals beschreven in paragraaf 3.3.1 van de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan is één van de
uitgangspunten om met betrekking tot woningbouw uit te gaan van een vraaggerichte ontwikkeling
om een betere aansluiting op de woningmarkt te creëren. Het accent voor het woonbeleid gaat hierbij
uit van een verdichting in centrum stedelijke en dorpse woonmilieus door onder meer
kleinschalige projecten en nieuwe onderscheidende kwaliteiten, waaronder het onderhavig initiatief.
Het planvoornemen is derhalve in overeenstemming met de doelstellingen en uitgangspunten uit de
structuurvisie Breda 2030.
Conclusie
De zienswijze is ongegrond en leidt, niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Samenvatting 4.2.
Stedenbouwkundig pian
Het verkavelingsvoorstel in het ontwerpbestemmingsplan wijkt af van eerdere ontwerpen, waarbij
sprake was van drie grondgebonden bungalows met. een ontsluiting vanaf de Laan van Mertersem. Het
huidige verkavelingsvoorstel heeft dan ook nadelige gevolgen voorde persoonlijke situatie van
reclamant met betrekking tot onder meer de verkeersafwikkeling, parkeerdruk, inbraakgevoeligheid en
een aantasting van de privacy.
Beoordeling
Ad 4.2.
Zoals deels beschreven in de beoordeling onder 2.2. is het verkavelingsvoorstel tot
stand gekomen op basis van een zorgvuldige stedenbouwkundige opzet en afweging. Gedurende het
ontwerptraject is hierbij getracht om de wensen en zorgen van de omwonenden te vertalen in het
planvoornemen. De haalbaarheid van de verkavelingsvariant waarnaar reclamant verwijst is hierbij
onderzocht maar uiteindelijk niet uitvoerbaar gebleken. Wij zijn van mening dat de huidige gekozen
verkavelingsopzet voldoende waarborgen geeft om het woongenot van omwonenden te waarborgen.
Conclusie
De zienswijze is ongegrond en ieidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Samenvatting 4.3.
Situering woningen en bijgebouwen
Het ontwerpbestemmingsplan geeft nog geen uitsluitsel over de situering van de woningen en de te
realiseren kwaliteit van de woningen. Het is daarom lastig te beoordelen wat het effect van de
uiteindelijke bouwplannen is op het uitzicht en de privacy voor de omwonenden. Door het gebrek aan
normstellende kaders, ontstaat het gevaar dat op dit door woningen ingesloten terrein relatief te grote
woningen worden gerealiseerd ten opzichte van de omliggende bebouwing.
Beoordeling
Ad 4.3.
Voor ons oordeel omtrent dit onderdeel verwijzen wij naar het gestelde onder beoordeling ad 2.3 en 2.7
Conclusie
De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Samenvatting 4.4.
Plan- en bouwschade
De woning van reclamant is meer dan 100 jaar oud en gebouwd volgens de destijds geldends normen
en methoden. Door reclamant wordt gevreesd dat tijdens het bouwproces hierdoor mogelijk schade
aan de woning ontstaat. Het is onduidelijk of bij de haalbaarheid van het planvoornemen rekening is
gehouden met de (financiële) gevolgen van plan- en bouwschade
Beoordeling
Ad 4 4
Bij bouwschade is schadevergoeding pas aan de orde op het. moment dat er schade aan het pand is
ontstaan door de bouw zelf. Bij planschade moet eerst het schadeveroorzakende
-10-