Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 44741]
Samenvatting 5.2.
Verlies speel- en ontmoetingsplaats
Op dit moment is het voormalige weiland een speel- en ontmoetingsplaats voor kinderen uit de
omliggende straten. Deze speelgeiegenheid gaat verdwijnen waardoor de kinderen in de toekomst
elders moeten gaan spelen. Dit kan leiden tot spelen op straat, met mogelijk gevaarlijke situaties tot
gevolg. In het ontwerpbestemmingsplan wordt niet ingegaan op het feitelijk gebruik van het terrein.
Als deze speelplek zal verdwijnt zal dat bijdragen aan verminderd woongenot voorde omwonende
kinderen.
Beoordeling
Ad 5.2.
Voor ons oordeel omtrent dit onderdeel verwijzen wij naar het gestelde onder beoordeling ad 2.2.
Conclusie
De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Samenvatting 5.3.
Waterberging en -retentie
In de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan wordt beschreven dat en aanzien van het
watersysteem bij de nadere uitwerking van het plan duidelijkheid wordt gegeven over de
waterretentie. Gelet op de fase van het bestemmingsplan en concreetheid van de bouwactiviteiten
dient dit in dit stadium te worden onderbouwd.
Beoordeling
Ad 5.3.
Voor ons oordeel omtrent dit onderdeel verwijzen wij naar het gestelde onder beoordeling ad 2.4.
Conclusie
De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Samenvatting 5.4.
Situering woningen en bijgebouwen
Het stedenbouwkundig plan biedt geen duidelijkheid over de situering van de woningen en de
eventuele bijgebouwen en de kwaliteit die wordt beoogd. Doordat de plaatsing van de woningen
bepalend is voor de verandering in het uitzicht vanaf de woning van reclamant is het noodzakelijk dat
hierin helderheid wordt gegeven om een inschatting te kunnen maken van de aantasting van het
woongenot.
Bovendien is het niet duidelijk hoe de bebouwing zijn vorm gaat krijgen en wat de bouwstijl wordt.
Reclamant wil graag uitsluiten dat de toekomstige bouwwerken het groene gebied ontsieren of
verstoren en daarbij afbreuk doen aan het natuurlijke karakter van de omgeving.
Beoordeling
Ad 5.4.
Voor ons oordeel omtrent dit onderdeel verwijzen wij naar het gestelde onder beoordeling ad 2.3 en 2.7.
Met betrekking tot de vraagstelling van reclamant ten aanzien van de bebouwingsvorm en -stijl is de
conclusie dat dit juridisch niet kan worden verankerd omdat dit buiten de reikwijdte valt van een
bestemmingsplan, waarin uitsluitend stedenbouwkundige en planologische randvoorwaarden
vastgelegd kunnen worden. Ten tijde van de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor het
bouwen wordt door de gemeente Breda erop toegezien dat het bouwplan voldoet aan de redelijke
eisen van welstand. De toetsing van bouwplannen aan redelijke eisen van welstand vindt plaats door
de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.
Conclusie
De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Samenvatting 5.5.
Erfafscheiding
-12-