Gemeente Breda
inhoud zienswijze.
1Heeft bezwaren tegen de hoogte van de nieuw te bouwen huizen in het meest oostelijk gelegen
gedeelte van het plangebied. Deze woningen zullen op korte afstand komen van de woning van
reclamante en als zodanig behoorlijke schaduwwerking geven.
2. Door de hoogte van de gebouwen, het gesloten karakter van de bebouwing en het feit dat
hierbinnen ook nog geparkeerd gaat. worden zal het geluid wat binnenin ontstaat niet meerweg
kunnen.
3. De woningen zuilen te dicht op de bestaande woningen gebouwd gaan worden. Zeker ook nu het
perceel schuin loopt waardoor de woningen steeds dichterbij de bestaande woningen komen. Volgens
reclamante komt hierdoor de bebouwing wel heel dicht op elkaar te staan waardoor de leefruimte
beperkt wordt.
4. Reclamante meent dat door deze woningbouw de waarde van haar huis aan de Vuch.tstraat zaï
afnemen.
5. Reclamante vreest overlast door de nieuwe verkeerstromen en de parkeervoorziening. De
Vuchtstraat zal voor doorgaand verkeer worden afgesloten middels een paaltje om de Vuchtstraat wel
bereikbaar te houden voor de hulpdiensten. Reclamante heeft niet veel vertrouwen in dit systeem en
vreest dat de Vuchtstraat binnen afzienbare tijd ais doorgaande route gebruikt zal gaan worden.
Voorts is zij van mening dat er te weinig parkeerruimte wordt gerealiseerd waardoor reclamante
vreest dat er in de Vuchtstraat geparkeerd gaat worden. Geeft aan tegenstander te zijn van een
parkeervergunningengebied of betaald parkeren.
6. Reclamante is bevreesd dat er problemen zullen ontstaan bij de afvoer van het hemelwater nu in
her. bestemmingsplan is aangegeven dat het plangebied kwetsbaar is bij piekbelastingen. Vraagt om
een goede oplossing hiervoor.
Beoordeling zienswijze.
Naar aanleiding van deze zienswijze hebben er diverse gesprekken plaatsgevonden met reclamante.
Tijdens deze gesprekken is getracht tot een planaanpassing te komen die de goedkeuring van
reclamante kreeg. Reclamante heeft niet verklaard dat zij de planaanpassingen accepteert. Om het
risico van vertraging in de ontwikkeling, door eventueel door reclamante in te stellen beroep, te
vermijden, heeft de grondeigenaar de gemeente verzocht om het oostelijk plandeei los van de rest
van de locatie te mogen ontwikkelen. De gemeente erkent het belang van voortgang in de realisatie
van de ontwikkeling, en zal het plandeei ten oosten van de Vuchtstraat niet betrekken in het nu vast te
stellen bestemmingsplan. Voor dit plandeei wordt later opnieuw overwogen hoe de invulling ervan
vorm kan krijgen. Dit zal los van onderhavig bestemmingsplan, in een separaat plan, gaan
plaatsvinden. Een en ander betekent dat in het plan ter plaatse van dit plandeei wijzigingen zullen
worden aangebracht. Binnen de bestemming 'Woongebied' zal dit plandeei worden verwijderd en zal
daarmee de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied - 4' komen te ver/allen. Daarnaast zal de
dubbelbestemming Leiding- water komen te vervallen nu deze ook binnen het vervallen gedeelte van
het plan zit.
Conclusie.
Het plandeei waarop de zienswijze gericht is, wordt uit het bestemmingsplan gehaaid.
2. Stichting Wijkraad Actiecomité Beicrum
Inhoud zienswijze
In het onderhavige bestemmingsplan is volgens reclamanten is onvoldoende duidelijk gemaakt dat
deze ontwikkeling past binnen de Ladder voor duurzame verstedelijking. In het plan is niet duidelijk
welke actuele behoefte er is voor de woningen en voorzieningen, hoe de regio hierbij betrokken is en
hoe het plan daar invulling aan geeft. Vooral de oppervlakte aan gemengde functies roept deze
vragen op nu er in de omgeving gelijkwaardige ruimtes leeg staan en onbenut blijven.
Raadsvoorstel Registrator: 45057]
1. (.Mangelaars
-2-
>w