Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 45152] Deze beleidsinhoudelijke keuzes hebben tot gevolg dat bijvoorbeeld termijnen van aanvragen voor subsidie en wijze waarop aanvragen worden gedaan anders zijn dan voorgaande jaren. Cn middels deze ASV is dit ook allemaal mogelijk. Voor een toelichting op de tekst van de verordening en een overzicht van de wijzigingen ten opzichte van de Algemene subsidieverordening Breda 2011 wordt verwezen naar de inliggende toelichting en het overzicht wijzigingen. Afwegingen De belangrijkste inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de huidige verordening zijn de volgende. Huidige werkwijze en beleidsinhoudelijke ontwikkelingen in de afgelopen jaren hebben we gewerkt met een. goede afweging var de verantwoordelijkheden van raad en college. De raad heeft het kader voor subsidieverstrekking (ASV) vastgesteld en stelt ook de beleidskaders, waar het instrument subsidieverstrekking op van toepassing is, vast. Het college stelt middels de vaststelling van nadere regels bij de beleidskaders nadere spelregels vast voor subsidiering. Middels de nieuwe ASV kan het college deze werkwijze blijven voortzetten. De vaststelling van het beleidskader Breda Doet en het door het college vaststellen van. de daarbij horende nadere regels sociaal domein zijn een goed voorbeeld. Bepalingen over Europese subsidiekaders In 2014 is het nieuwe Europees-rechterlijke staatssteun pakket in werking getreden. Dit heeft aanpassing van een aantal verwijzingen naar Europese regelingen wenselijk gemaakt. Daarnaast zijn op advies van Europa Decentraal enkele meer inhoudelijke voorwaarden ten aanzien van staatssteun opgenomen in de modelverordening van de VNG. Deze bepalingen zijn ongewijzigd overgenomen en dragen ei aan bij dat voorkomen wordt dat er ongeoorloofde steun wordt verstrekt. Bepaling over Social Return ,1 Tegelijkertijd met het vaststellen van de algemene subsidieverordening Breda 20 i 7 wordt aan de raad net beleidskader Social Return ter vaststelling aangeboden. In hei Beleidskader Social Return is opgenomen dat er met betrekking tot subsidies actiever bekeken moei worden hoe Sociai Return bij subsidies kan worden toegepast. In de voorliggende verordening is een bepaling opgenomen die de wettelijke grondslag biedt voor het opleggen van verplichtingen met betrekking tot Social Return dooi het college aan de subsidieontvanger. Het opleggen van dergelijke verplichtingen is mogelijk bij subsidies van 150.000,- of meer. Met dit drempelbedrag wordt aangesloten bij het bedrag zoals dat ook voor Social Return bij gemeentelijke aanbestedingen wordt gehanteerd. De definitie zoals die in de voorgestelde verordening is gehanteerd, sluit aan bij de definitie in het Beleidskader Social Return. Het college krijgt in de verordening tevens de bevoegdheid om bepalingen over j?ocia! Return verder uit te wet ken in naders regels. Bepalingen over Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Het. wordt uit maatschappelijk oogpunt en uit oogpunt van een doelmatig subsidiebeleid ongewenst geoordeeld dat (excessieve) beloningen in private en/of semipublieke sectoren direct of indirect mei overheidsgeld worden gefinancierd. Naar aanleiding van de motie van 3 november 2011 is Breda gestart p-i0t tiet opnemen van een bepaling in de algemene subsidieverordening. Het niet voldoen aan de beloningsnormen van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (in de volksmond: de Wet normering topinkomens) is in de voorgestelde subsidieverordening daarom ais weigeringsgrond voor het verstrekken van subsidie geformuleerd. Bij de uitvoering hanteren we een aantal uitgangspunten. Zo is er sprake van een 'kan-bepaling' Het college kan weigeren, maar kan ook besluiten om dat niet te doen. Bijvoorbeeld als er zwaarwegende argumenten zijn om wei subsidie te verstrekken. Ook geldt de weigeringsgrond alleen bij subsidies van 50.0Q0,- of meer. Voorts is opgenomen dat loonkosten die meer bedragen dan de loonkosten zoals genoemd in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector, door het college niet als subsidiabele kosten in aanmerking worden genomen. Bepaling over verplichting vaststelling meidcode Huiselijk geweld en kindermishandeling Op grond van de voorgestelde verordening kan het college bepalen om bij de subsidieverlening aan de subsidieontvangende organisatie de verplichting op te leggen om een meidcode Huiselijk geweid en kindermishandeling vast te stellen. De verplichting om een dergelijke meidcode vast te stellen, is voor bepaalde professionele organisaties reeds wettelijk geregeld. Door de verplichting ook op te nemen in de subsidieverordening, kan een subsidie worden ingetrokken of lager worden vastgesteld als niet. aan deze -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 86