Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 450S7]
Beoordeling
Naar aanleiding van deze zienswijze hebben er diverse gesprekken plaatsgevonden met reclamante.
Tijdens deze gesprekken is getracht tot een planaanpassing te komen die de goedkeuring van
reclamante kreeg. Reclamante heeft niet verklaard dat zij de planaanpassingen accepteert. Om het
risico van vertraging in de ontwikkeling, door eventueel door reclamante in te stellen beroep, te
vermijden, heeft de grondeigenaar de gemeente verzocht om het oostelijk plandeel los van de rest
van de locatie te mogen ontwikkeien. De gemeente erkent het belang van voortgang in de realisatie
van de ontwikkeling, en zal het plandeel ten oosten van de Vuchtstraat niet betrekken in het nu vast te
stellen bestemmingsplan. Voor dit plandeel wordt later opnieuw overwogen hoe de invulling ervan
vorm kan. krijgen. Dit zal los van onderhavig bestemmingsplan, in een separaat plan, gaan
plaatsvinden. Een en ander betekent dat in het plan ter plaatse van dit plandeel wijzigingen zullen
worden aangebracht. Binnen de bestemming Woongebied' zal dit piandeel worden verwijderd en zal
daarmee de aanduiding specifieke vorm van woongebied - 4' komen te vervallen. Daarnaast: zal de
dubbelbestemming Leiding- water komen te vervallen nu deze ook binnen het vervallen gedeelte van
het plan zit.
Conclusie
Het plandeel waarop de zienswijze is gericht, wordt uit het bestemmingspian gehaaid.
4. Prorail
Inhoud zienswijze
1Reclamant kan niet instemmen met het gestelde in de paragraaf in de toelichting die gaat over
geluid. Door de ontwikkelingen in het plangebied stelt reclamant niet meer in staat te zijn de
bedrijfsvoering te doen conform de aan hen verleende milieuvergunning. De milieuvergunning geeft
aan dat de geluidsbelasting op de woningen van derden niet meer mag bedragen dan 50 dB(A) in de
dag, 45 dB(A) in de avond en 40 dB(A) in de nacht. Door het situeren van woningen nabij het spoor
zullen deze toegestane geluidsbelastingen worden overschreden.
2. Het akoestisch onderzoek geeft reclamant onvoldoende informatie om te kunnen beoordelen wat
de nieuwe ontwikkelingen, in relatie tot het huidige gebruik van het emplacement, voor invloed zal
hebben op de omliggende woningen met betrekking tot reflectie van geluid.
3. Door de plannen wordt ingegrepen op een aldaar gelegen grondwaterkerend vlies waardoor de
veilige berijdbaarheid en beschikbaarheid van het spoor in het geding komt.
Beoordeling
1. De vaststelling van het bestemmingsplan 'Drie Hoefijzers Noord' mag geen beperkingen leggen op
de vergunde bedrijfsvoering van ProRail B.V. Het is echter gebleken dat ter piaatse van een aantal
geprojecteerde woningen in het plangebied 'Drie Hoefijzers Noord' de geluidbelasting vanwege de
bedrijfsvoering van ProRail B.V. de vergunde geluidgrenswaarden uit artikel 2.1.1 van de
omgevingsvergunning milieu vanuit de Wet milieubeheer overschrijdt. Dit zou betekenen dat ProRail
B.V., als gevolg van de nieuwe woningen, niet meer kan voldoen aan de vergunningsvoorwaarden
Om te voorkomen dat ProRail belemmerd gaat worden in de bedrijfsvoering is een wijziging van de
voorschriften van de omgevingsvergunning milieu d.d. 21 maart 2013 met kenmerk 2012/0017
noodzakelijk op het aspect geluid.
De nieuwe woningen die voor ProRail B.V belemmerend kunnen gaan werken moeten al worden
voorzien van zgn. dove gevel(s) (bouwkundige constructie bedoeld in artikel 1b, lid 4, sub a. en/of sub
b. Wet geluidhinder). Deze eis is gesteld omdat de geluidbelasting vanwege het doorgaand
treinverkeer de maximaal te verlenen hogere waarde uit de Wet geluidhinder en het Besluit
geluidhinder ter plaatse van deze woningen ai overschrijdt. Probleem hiermee is echter wel dat de
Wet milieubeheer een dergelijke dove gevel niet ais zodanig kent. Dit geeft dus een probleem bij de
naleving van de vergunning in deze situatie.
De gemeente Breda is bevoegd gezag voor het verlenen van de omgevingsvergunning milieu. Gelet
op het voorgaande wordt, een ambtshalve wijziging op de vergunning gemaakt.
-4-