Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 45290]
Agendapuntnummer: Aantal bijlagen: -
Onderwerp
De vierde wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014
Voorgesteld besluit
1De verordening tot de vierde wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014 vast te
stellen, overeenkomstig bijgevoegd concept-raadsbesluit.
Inleiding
In december 2013 is de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014 vastgesteld in het kader van
actualisering en dejuridisering van de plaatselijke regelgeving.
Gelet op een aantal ontwikkelingen, zie hierna bij argumenten, is er nu de noodzaak/behoefte de APV
hieraan aan te passen.
Beoogd effect van het besluit
Het aanpassen/afstemmen van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014 aan nieuwe
ontwikkelingen/behoeftes.
Uitvoering van het besluit
De verordening tot vierde wijziging van de APV Breda 2014 wordt bekendgemaakt in het elektronisch
gemeenteblad van Breda. De geconsolideerde versie van de APV Breda 2014 wordt beschikbaar gesteld
via de Centrale Voorziening voor Decentrale Regelgeving (CVDR) op overheid.nl.
Argumenten
A.
Op grond van het huidige artikel 2:79 eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014
kan de burgemeester overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet besluiten tot plaatsing van vasfe
camera's voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op openbare plaatsen.
De Eerste Kamer heeft op 22 maart 2016 ingestemd met het verruimen van het cameratoezicht. Deze wet
is in werking getreden op 1 juli 2016. Naar aanleiding van deze verruiming kan de burgemeester voortaan
besluiten tot plaatsing van zowel vaste als mobiele camera's. Door deze verruiming dient artikel 2:79
eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014 aangepast te worden. De burgemeester
kan immers niet meer alleen besluiten tot plaatsing van vaste camera's, zoals dat in het huidige artikel
2:79 eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014 staat, maar ook tot plaatsing van
mobiele camera's.
Voorgesteld wordt dan ook om het woord 'vaste' in het huidige artikel 2:79 eerste lid van de Algemene
Plaatselijke Verordening Breda 2014 te schrappen.
B.
Mobiel cameratoezicht zal voornamelijk ingezet gaan worden bij overlastsituaties die tijdelijk zijn of die
zich snel verplaatsen, zoals bij hangjongeren, drugsdealers, straatrovers, zakkenrollers en vandalen. Dit
kan zich overal voordoen, ook in woonwijken. Het huidige artikel 2:79 eerste lid van de Algemene
Plaatselijke Verordening Breda 2014 bepaalt echter dat de burgemeester overeenkomstig artikel 151c van
de Gemeentewet kan besluiten tot. plaatsing van camera's 'met uitzondering van gebieden waarde
bebouwing primair en uitsluitend wordt gebruikt voor bewoning.Nu artikel 151c van de Gemeentewet is
verruimd in die zin dat ook mobiele camera's geplaatst kunnen worden, en deze mobiele camera's
voornamelijk juist in woonwijken noodzakelijk kunnen zijn met het oog op de openbare orde en veiligheid,
verdient het aanbeveling om artikel 2:79 eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014
ook aan te passen, zodat de burgemeester voortaan ook kan besluiten om camera's te plaatsen in
woonwijken, indien dat in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is.