met de jeugdige en/of zijn ouders wordt verricht. Voor een zorgvuldig onderzoek is veelal persoonlijk
contact nodig om een totaalbeeld van de jeugdige en zijn ouders te krijgen. Het ligt daarom ook voor
de hand dat tijdens een gesprek met de jeugdige en zijn ouders het een en ander wordt besproken. Of
dit gesprek op een gemeentelocatie (CJG locatie) plaatsvindt, op school, bij de jeugdige en/of zijn
ouders thuis, of bij een andere deskundige zal afhankelijk van de concrete situatie worden besloten.
Indien nodig voor het onderzoek, kan ook sprake zijn van meerdere (opeenvolgende) gesprekken.
In het gesprek zou duidelijk moeten worden hoe ook de meest complexe individuele voorzieningen
kunnen worden getroffen. De wetgever omkleedt de procedure om te komen tot een individuele
voorziening met allerlei waarborgen rond een deskundige beoordeling. Het kan zelfs gaan om
diagnostiek om voor een psychiatrische behandeling in aanmerking te komen of voor een verblijf in
24-uursopvang. Dat zijn zwaarwegende beslissingen waaraan professioneel onderzoek en afweging
aan ten grondslag ligt.
De Jeugdwet regelt in artikel 7.3.4 dat de "betrokkene" toestemming moet geven voor de verlening
van jeugdhulp. Betreft het een minderjarige van zestien jaar en ouder, dan gaat het dus om zijn
toestemming. Dit is geregeld in artikel 7.3.5 Jeugdwet.
Is de betrokkene twaalf jaar of ouder, maar nog geen zestien, dan is op grond van artikel 7.3.4,
tweede lid, Jeugdwet daarnaast ook de toestemming nodig van de gezaghebbende ouders of de
voogd. Indien de betrokkene jonger is dan twaalf jaar geldt op grond van artikel 7.3.15 Jeugdwet dat
toestemming van de gezaghebbende ouders of de voogd vereist is.
In het eerste lid is opgenomen dat het gesprek zo spoedig mogelijk moet plaatsvinden. Het hangt af
van de situatie hoe snel dat kan of moet plaatsvinden.
In de onderdelen a tot en met i zijn de onderwerpen van het gesprek weergegeven. Het betreft
uiteraard altijd maatwerk. Indien de jeugdige al bij de gemeente bekend is, zullen een aantal
gespreksonderwerpen niet meer uitgediept hoeven te worden en zal bijvoorbeeld alleen kunnen
worden gevraagd of er nog nieuwe ontwikkelingen zijn. Komen een jeugdige en/of zijn ouders voor het
eerst bij de gemeente, dan zal het gesprek dienen om een totaalbeeld van de jeugdige en zijn situatie
te krijgen. In onderdeel c wordt de eigen kracht van jeugdigen en ouders voorop gesteld
overeenkomstig het in de considerans van de wet [en de modelverordening] vermelde uitgangspunt
dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders
en/of de jeugdige zelf ligt. Een te verstrekken voorziening kan ook juist nodig zijn om de mate van
probleemoplossend vermogen van de jeugdige en/of zijn ouders en die van de naaste omgeving te
versterken.
Ten aanzien van de afstemmingsplicht in onderdeel g valt te denken aan een voorziening die een
jeugdige ontvangt op grond van de WLZ, de Zvw of een voorziening op het gebied van passend
onderwijs.
Tweede lid: bij de vaststelling van de datum, het tijdstip en de locatie voor het gesprek en/of tijdens
het gesprek kunnen concrete vragen worden gesteld of aan de jeugdige en/of zijn ouders worden
verzocht om nog een aantal stukken te overleggen.
Derde lid: In het kader van de rechtmatigheid wordt in ieder geval de identiteit van de jeugdige of
ouders vastgesteld aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de
identificatieplicht. Het doel van het vaststellen van de identiteit is het beoordelen welke gemeente
verantwoordelijk is voor het verlenen van jeugdhulp.
Het vierde lid dient er toe de jeugdige en/of ouders te informeren. De regels met betrekking tot de
privacy van betrokkenen en gegevensuitwisseling die gelden op grond van de Jeugdwet en de Wet
bescherming persoonsgegevens zijn hierop van overeenkomstige toepassing. Indien gegevens nodig
zijn waartoe het college geen toegang heeft in verband met de privacyregels, kan het college de
jeugdige en/of zijn ouders vragen om toestemming om deze op te vragen of in te zien.
Artikel 5. Ondersteuningsplan
Deze bepaling is opgenomen in het belang van een zorgvuldige dossiervorming en een zorgvuldige
procedure, leder gesprek resulteert in een ondersteuningsplan, tenzij gemotiveerd wordt besloten om
dat niet te doen. Het ondersteuningsplan is vormvrij. Om enigszins richting te geven staat in het
tweede lid aangegeven wat er in het ondersteuningsplan wordt opgenomen, Het ondersteuningsplan
geeft de weergave van de uitkomsten van het onderzoek. Deze weergave kan variëren Zo zal de
Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2017
11