De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de:
VERORDENING OP DE HEFFING EN
INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2017
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam 'hondenbelasting' wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een
hond binnen de gemeente.
Artikel 2 Belastingplicht.
1Belastingplichtig is de houder van een hond.
2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij
blijkt dat een ander de houder is.
3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een
hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde
gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
Artikel 3 Vrijstellingen
1In dit artikel wordt verstaan onder een hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes
bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan
wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld
overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
2. De belasting wordt niet geheven voor honden:
a. die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind
persoon worden gehouden;
b. die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een
gehandicapt persoon worden gehouden;
c. die verblijven in een hondenasiel;