2.3.6 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads-
of dorpsgezichten
2.3.6.1 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd
monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de
Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder
b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens de gemeentelijke
monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op
grond van die gemeentelijk verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, bedraagt het tarief 20% van het op grond van
onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag,
met een minimum van: 172,15
met een maximum van: 1.979,65
2.3.6.2 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd
stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van
de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens de
gemeentelijke monumentenverordening aangewezen stads- of
dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de
Wabo, waarvoor op grond van die verordening vergunning of
ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: 131,95
2.3.7 n.v.t.
2.3.8 n.v.t.
2.3.9 Uitweg/inrit
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen
van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2:6
van de 'Algemene plaatselijke verordening Breda 2014' een
vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en
onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: 206,10