De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet, BESLUIT: vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN MARKTGELDEN 2017 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. marktterrein: een terrein waar de markthandel wordt uitgeoefend; b. standplaats: een aan belastingplichtige ter beschikking gestelde plaats op de markt; c. vaste standplaats: een standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld; d. dagstandplaats: een standplaats, niet zijnde een vaste standplaats; e. standwerkerplaats: een standplaats die aan een standwerker ter beschikking is gesteld; f. maand: een kalendermaand. Artikel 2 Aard van de heffing belastbaar feit Onder de naam 'marktgeld' wordt een recht geheven voor het gebruik maken van standplaatsen op de voor de openbare dienst bestemde, als marktterrein aangewezen plaatsen. Artikel 3 Belastingplicht Het marktgeld wordt geheven van degene, aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld. Artikel 4 Heffingsmaatstaf, tijdvak en tarief Het marktgeld bedraagt voor het op kramen, in wagens of anderszins uitstallen of ten verkoop voorhanden hebben van waren, goederen en andere voorwerpen van handel op de marktterreinen binnen de gemeente Breda waar een elektriciteitsvoorziening is: a. voor een vaste standplaats: voor elke in de lengterichting gemeten strekkende meter, of een gedeelte daarvan ingenomen marktruimte, bij een diepte van 2 meter of minder, per markt, per maand 12,75 voor iedere 2 meter diepte meer of gedeelte daarvan verhoogd met 12,75 b. voor een dagstandplaats: voor elke in de lengterichting gemeten strekkende meter, of een 3,40

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 215