De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet,
BESLUIT:
vast te stellen de:
VERORDENING OP DE HEFFING EN
INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2017
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig,
anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen
van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente
gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of
laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
b. motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van
brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1, onder ia van het RVV 1990;
c. houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden
beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de
Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt
aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van
het parkeren in het register was ingeschreven;
d. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters,
en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
e. centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Breda een overeenkomst heeft
gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van
diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of aanmelden via een
digitaal loket voor de bezoekersregeling.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:
a, een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze
verordening in de daarin aangewezen gevallen door burgemeester en wethouders te bepalen plaats,
tijdstip en wijze;