4. Als de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van dat jaar als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Artikel 10 Termijnen van betaling 1In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijn bed ragen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden na de eerste vervaldatum. 2. Indien een bestuurlijke boete is opgelegd is het bedrag inzake de bestuurlijke boete invorderbaar in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden na de eerste vervaldatum. 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen. Artikel 11 Kwijtschelding Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 12 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting. Artikel 13 Overgangsrecht en inwerkingtreding 1. De 'Verordening reclamebelasting Prinsenbeek 2016', vastgesteld bij raadsbesluit van 3 december 2015, wordt op net in het derde lid genoemde tijdstip ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 240