De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikel 227 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering
van reclamebelasting Binnenstad Breda 2017
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. Reclameobject: een openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren of een combinatie
daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;
b. Openbare weg: de weg zoals bedoeld in artikel 1.1b van de Wegenverkeerswet 1994;
c. Wet WOZ: de Wet waardering onroerende zaken;
d. WOZ-waarde: de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ toegekende waarde of een deel
daarvan dat door één organisatie, instelling of bedrijf anders dan voor woondoeleinden wordt
gebruikt;
e. Vestiging: de onroerende zaak, of een deel daarvan, als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ dat
door één organisatie, instelling of bedrijf anders dan voor woondoeleinden wordt gebruikt;
f. Jaar: kalenderjaar;
g. Maand: kalendermaand.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'reclamebelasting Binnenstad Breda' (hierna: de reclamebelasting) wordt, binnen het
gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende
kaart (bijlage 1), een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is
vanaf de openbare weg.
Artikel 3 Belastingplicht
De reclamebelasting wordt geheven van gebruikers van de vestiging van wie dan wel ten behoeve
van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.
Artikel 4 Vrijstellingen
De reclamebelasting wordt niet geheven voor:
a. openbare aankondigingen die korter dan 13 weken aanwezig zijn;
b. openbare aankondigingen aangebracht door publiekrechtelijke rechtspersonen in de uitoefening
van hun publiekrechtelijke taak;