Artikel 4 Maatstaf van heffing
1De belasting wordt berekend over de vergoeding die ter zake van het verblijf met overnachten, de
logies, in rekening wordt gebracht, de toeristenbelasting daaronder niet begrepen.
2. Indien omzetbelasting verschuldigd is wordt als vergoeding aangemerkt het bedrag dat als
verschuldigd wegens het houden van verblijf met overnachten aan de heffing van omzetbelasting
is onderworpen.
Artikel 5 Belastingtarief
Het tarief bedraagt 3,25 percent van de in artikel 4 bedoelde vergoeding.
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Voorlopige aanslag
Na aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden
opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden
vastgesteld.
Artikel 9 Aanslaggrens
Belastingbedragen van minder dan 5,00 worden niet opgelegd.
Artikel 10 Termijnen van betaling
1In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden
betaald in twee gelijke termijnbedragen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand
volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn
twee maanden na de eerste vervaldatum..
2. Het bedrag inzake een bestuurlijke boete is invorderbaar in twee gelijke termijnbedragen waarvan
de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van
het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden na de eerste vervaldatum.
3. In afwijking van de voorgaande leden moet een voorlopige aanslag worden betaald in zoveel
gelijke termijnbedragen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog