De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de
Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en
waterschapsbelastingen;
overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van
gemeentelijke belastingen;
BESLUIT:
vast te stellen de:
Regeling kwijtschelding gemeentelijke
belastingen Breda 2017
Artikel 1 Reikwijdte beleidsregel kwijtschelding
Bij de invordering kan slechts kwijtschelding worden verleend van gemeentelijke heffingen indien dit
op basis van de betreffende belastingverordening is toegestaan.
Artikel 2 Kosten van bestaan
1. Bij de kwijtschelding wordt in afwijking van artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de
Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van
bestaan gesteld op 100 percent.
2. In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere
regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde
personen gesteld op 100 percent van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto
AOW-bed ragen.
Artikel 3 Netto kosten kinderopvang
Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990
worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde
netto kosten van kinderopvang.
Artikel 4 Kwijtschelding aan ondernemers
Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van
gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf
of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld
volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling
Invorderingswet 1990.