Artikel 10. Regels voor pgb
1. Indien de jeugdige of zijn ouders dit wensen kan het college een pgb verstrekken, in
overeenstemming met artikel 8.1.1 van de wet.
2. Het tarief voor een pgb:
a. is gebaseerd op een door de jeugdige of zijn ouders opgesteld plan over hoe zij het pgb
gaan besteden;
b. is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en
c. bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate
individuele voorziening in natura.
3. De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, kan de jeugdhulp betrekken van een persoon
die behoort tot het sociale netwerk. Deze persoon krijgt een lager tarief betaald voor zijn
diensten dan het ingevolge het tweede lid vastgestelde tarief.
4. Het college bepaalt bij nadere regeling op welke wijze de hoogte van een pgb wordt
vastgesteld en onder welke voorwaarden de persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, de
jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk.
Artikel 11. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
1Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld
uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hen
redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een
beslissing aangaande een individuele voorziening in natura of pgb.
2. Onverminderd artikel 8.1.4 van de wet kan het college een beslissing aangaande een individuele
voorziening in natura of pgb herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:
a. de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de
verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben
geleid;
b. de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of op het pgb zijn
aangewezen;
c. de individuele voorziening of het pgb niet meer toereikend is te achten;
d. de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele
voorziening of het pgb, of
e. de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het pgb niet of voor een ander
doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.
3. Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de
verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens heeft plaatsgevonden, kan het college van
degene die onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de
geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening in natura of het ten
onrechte genoten pgb.
4. Een beslissing tot verlening van een pgb kan worden ingetrokken als blijkt dat het pgb binnen zes
maanden na de verleningsbeslissing niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening
waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
5. Het college kan uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, al dan niet steekproefsgewijs,
de bestedingen van pgb's onderzoeken.
Artikel 12. Waarborging verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders
kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college houdt rekening met een goede prijs-kwaliteitsverhouding bij de vaststelling van de tarieven
voor de door derden te leveren preventie, jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen
of jeugdreclassering.
Artikel 13. Vertrouwenspersoon
1. Het college zorgt ervoor dat jeugdigen, ouders en pleegouders een beroep kunnen doen op een
onafhankelijke vertrouwenspersoon
2. Het college wijst jeugdigen, ouders en pleegouders erop dat zij zich desgewenst kunnen laten
bijstaan door een onafhankelijke vertrouwenspersoon.
Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2017
5