xxx- TER HERINNERING.
lands geliefde driekleur(op vele plaatsen nog niet opgeborgen
geweest) van alle openbare en particuliere gebouwen. Het
was toen de booge dag van 6 September 1898, waarop Hare Ma
jesteit de Koningin plechtig werd beëedigd en ingehuldigd te
Amsterdam.
Weer was allereerst de weldadigheid aan liet woord, maar nu
kwam de feestgave van vorstelijke zijde. De goede Koningin-
Moeder, de weldadige en voortreffelijke Trouwe, had den Burge
meester eene som van f 250.doen toekomen, welke door Hare
Majesteit bestemd was voor de algemeene armen dezer gemeente.
Zoo werd ook deze merkwaardige dag een vreugdedag voor de
armen.
Met de uitreiking der feestgave had zich, op verzoek van den
burgemeester, welwillend het burgerlijk armbestuur belast, dat
zich met toewijding van deze zaak kweet.
Had tusschen 11 en 12 uren het carillon van den Grooten To
ren de zinrijke tonen onzer vaderlandsche liederen doen neer
komen tot de nog altijd feestelijk gestemde bevolking: in den
avond van den dag prijkte, naast de groote gasverlichting van
het stadhuis en andere gedeelten Aan de Groote Markt, het
„Leve de Koningin" nogmaals in vlammenschrift. De fontein,
ter gedachtenis gesticht door de ingezetenen, kweelde met op
wekkend geklater en als in zilveren klanken haar A-reugdelied.
De muziek der d.d. schutterij deed, onvermoeid en met lcfwaar-
digen ijver de vaderlandsche en andere meest welluidende melo
dieën hooren.
De feestvreugde was herleefd, en opnieuw was ontvlamd het
nog smeulende vuur der edelste geestdrift.
)p den 9den September 1898 werden, door tusschenkomst van
Burgemeester en Wethouders, aan de hoofden der openbare en