Ter herinnering. xxix van het 6de regiment infanterie, welwillend voor deze laatste plechtigheid aangeboden door den kolonel-commandant A. E. Roest van Limburg, onder commando van den kapitein J. C. L. Oberholzer en de sectie-commandanten de luitenants J. E. Snellen van Vollenhoven en A. R. van den Bent. De groote beleefdheid, welke de kolonel-commandant voor noemd had, om, uit eigen beweging, deze eere-compagnie aan de plechtigheid te doen deelnemen, werd door het dagelijksch bestuur en de schutterij op bijzonder hoogen prijs gesteld. Daar door werd ook door het leger een laatste eerbiedig huldebetoon aan het scheidende korps en zijn vaandel gebracht. Juist te 3 uur werd het gemeentebestuur door den kapitein der schutterij Siegmund, die als ceremoniemeester fungeerde, gewaarschuwd, dat de troep gereed stond, waarop onmiddellijk de waarnemende burgemeester, de heer A. P. Scheltus, vergezeld van den heer wethouder W. G. H. Rombouts en den gemeente secretaris, den heer A. R. Vermeulen, van de trappen van het stadhuis kwamen, gevolgd door de militaire autoriteiten, zijnde de generaal-majoor Vaillant, bevelhebber in de IIIde militaire afdeeling, met diens adjudant den kapitein Verheijkolonel der infanterie Roest van Limburg met adjudant den kapitein J. F. T. Bloem; luitenant-kolonel jhr. L. A. P. Six der veld-artillerie met adjudant den kapitein V. A. J. Bloem; luitenant-kolonel der infanterie J H. Makkink, fungeerend plaatselijk commandant, met adjudant, luitenant Limburg; de majoor-districts-commandant der landweer L. W. Roelantsde commandant der maréchaussee F. C. A. van der Minne, en de oud-officieren der schutterij de kapitein W. Vlasblom en de l8te luitenant-kwartiermeester J. G. Blaeser. Toen allen vóór de puie van het stadhuis hadden plaats genomen, werd, na ontvangen commando, voor de laatste maal de vaandelmarsch geblazen, door schutterij en infanterie de geweren gepresenteerd en door alle aanwezigen het vaandel gesalueerd hierna werd, op uitnoodiging van den loco-burge meester, door alle autoriteiten eene inspectie gehouden, zoowel over schutterij als infanterie, en toen deze afgeloopen was, noodigde de majoor-commandant der schutterij den sergeant majoor Bongers uit, met het vaandel uit te treden, dat, nadat dit door voornoemden commandant was overgenomen, door Z.H.E.-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Indexen op de notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 29