1'f
meest juist is gebleken.
De Voorzitter antwoordt, dat dit niet zeggen wil, dat de
schatting van de gemeente-opzichter onjuist is gebleken. Hem
werd opgedragen de verbeteringen zo zuinig mogelijk op te zetten.
Mogelijk hebben Siebers en van Dael iets meer op het oog gehad,
zoals ook Bouw-Woning-en Welstandstoezicht verder wilde gaan,
doch door Burgemeester en Wethouders om zuinigheidsoverwegingen
werden afgewezen.
De heer VERMEEREN zegt geen bewondering te kunnen hebben voor
de v/ijze waarop dit punt aanhangig is gemaakt. De in de vergadering
van 27 Januari j.l. bij aanvullende agenda ingediende voorstellen
om het betreffende pand te verhuren voor de som van 600.en de
bevoegdheid van de Raad om het pand te verhuren over te dragen aan
Burgemeester en Wethouders waren, hoev/el de wettelijke termijn
misschien in acht was genomen, aan de Raadsleden veel te laat be
kend, om deze behoorlijk te kunnen bestuderen. Zo is het ook met
de agenda voor deze vergadering. Spreker kan zich hiermede niet
verenigen.
Vervolgens vraagt hij zich af, of het aanvankelijk gevraagde bedrag
van 10000.niet misleidend is geweest, om daardoor het voor
stel voor de Raad aannemenlijker te maken. Door het architectenbu
reau Siebers en van Dael waren deze kosten immers geraamd op plus/
minus 20000.en daarin waren efentuele ongewisse factoren
verdisconteerd. Bovendien vindt hij Burgemeester en Wethouders
niet het aangewezen college om die berekening te maken. Ook de
laatste zin van het huidige voorstel kon,spreker niet bewonderen.
Wordt daarmede niet te veel dwang op de Raad uitgeoefend?
De heer VERMEEREN beantwoordende, zegt de Voorzitter aller-
eerst, dat van enige dwang op de raad absoluut geen sprake is.
Nu niet en nooit niet. Hij verzocht deze gedachte uit het hoofd te
willen zetten. Mocht het vertrouwen in Burgemeester» en Wethouders
geschokt zijn, dan hoopt hij dat andere omstandigheden dit spoedig
zullen wegnemen.
Vervolgens zegt de Voorzitter, dat Burgemeester en Wethouders dit
voorstel al te lang hebben moeten uitstellen. Gaarne had hij hier
over nog een onderhoud gehad, doch kon dit niet spoedig ka genoeg
verkrijgen en daarom werd besloten deze aangelegenheid zo spoedig
mogelijk aan de Raad voor te leggen, opdat Uw besluit in de eerst
volgende vergadering van Ged. Staten zou kunnen worden behandeld.
Ook de vorige keer uiteengezet, waarom toen spoed
eisend moest worden^Vorgaderé. De omstandigheden eisten zulks.
Van misleiding of dwang is absoluut geen sprake, ook nu niet.
-Daar-
-
-