dan de gelegenheid om deze zaak nog eens goed te bekijken, waarbij andere mogelijkheden onder de ogen gezien zouden moeten worden. Spreker denkt daarbij aan het geschikt maken van het pand voor intensieve bewoning, waarbij tevens rekening gehouden kan worden met de laatste nieuwe regeling daaromtrent, wat uit sociaal oog punt zeker te verdedigen is en misschien financi'éel ook wel. Om in woonruimte voor de burgemeester te voorzien, zou dan bekeken kunnen worden, of niet een nieuwe ambtswoning zou kunnen worden gebouwd, daarbij profiterend van de regeling, welke geldt voor particuliere woningbouw. Verder zou bekeken kunnen worden, of be doeld pand niet voor raadhuis zou zijn in te richten. De Voorzitter antwoordt, dat het laatste - verbouw van het pand tot raadhuis - moet worden afgewezen. Hiervoor is, met mede weten van de raad, in het ontwerp-uitbreidingsplan een andere oplossing gedacht. Het bouwen van een nieuwe burgemeesterswoning is zeker niet voor deliger, zoals reeds de vorige keer door spreker betoogd is. Ook niet kwalitatiefDe bedoelde premieregeling geldt niet voor over- he idsbouw. Ook aan het voorstel 2 zal niet zonder meer kunnen worden voldaan. Verder vraagt hij de mening van de andere raadsleden. De heer, van DORST vraagt, of het werk publiek dan wel onder hands is aanbesteed. De Voorzitter antwoordt, dat men het werk in de gemeente heeft willen houden. Hieromtrent is overleg gepleegd met het archi tectenbureau Siebers en van Dael. Onderhandse aanbesteding werd het. meest gewenst geacht. De begrotingen moesten ter inzage worden verstrekt. De heer ROPS vraagt zich af, waarom de pers nu niet aanwezig is. Aanvankelijk was hij niet van plan over dit punt te spreken. Hij wens.t echter de heren van der \7ESTERLAKEN en VERMEEREN te prijzen voor het door hen in deze gepresteerde werk in zo'n korte tijd. Spreker heeft zelf niet veel tijd gehad om deze aangelegen heid nauwkeurig te bekijken. Naar aanleiding van het gesprokene heeft hij.een en ander .opgeschreven. Hij is van mening, wanneer in de vergadering van 27 Januari 1948 cijfers waren genoemd zoals nu o.a. dat van 20000.de raad wellicht niet tot ruiling zou zijn overgegaan, aangezien het. jaarlijks tekort nu moet worden geraamd op 881,23. Als de Voorzitter het mea culpa uitspreekt, mag spreker wel het mea maxima culpa zeggen, want hij was het vooral, die in de vergadering van 27 Januari j.l. voor feftsitjtl&iist bedoelde ruiling heeft gesproken. Ook hij is van mening, dat door -Burgemeester-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 28