Ad 2, CONCESSIE aAN DE WATERLEIDING MAATSCHAPPIJ "NOORD-WEST-
hrahaN'F.
Uit de bij de stukken overgelegde correspondentie zal U blijken,
dat deze maatschappij na lange aarzeling heeft besloten van levering
in deze gemeente af te zien. Voor waterlovèring acht zij deze gemeente
aangewezen op aansluiting aan het buizennet van Breda.
En hierbij komen wij dan tevens aan de derde mogelijkheid
Ad 3. CONCESSIE AAN DB GEMEENTE BREDA.
Zoals uit de desbetreffend® overgelegde correspondentie blijkt,
zijn Burgemeester en Wethouders van Breda bereid aan de raad dier ge
meente voor te stellen de waterlevering in Nieuw-Ginneken door het be
drijf van Breda te doen geschieden. Zij menen daarvoor de vorm van gf
meensohappelijke samenwerking ex art. 129 e.v, van de gemeentewat
als zijnde de meest geëigende voor publiekrechtelijke lichamen, te
moeten kiezen.
Het waterleidingnet van Nieuw-Ginneken vormt, als zijnde een ge
deelte van dat van voormalig Ginneken en Bavel, technisch een geheel
met dat van huidig Ginneken - Bfieda. Het zou daarom ook het meest
ecohomisch zijn, wanneer deze technisch eenheid niet verbroken behoef
de te worden.
Gezien de voorwaarden waartegen Breda bereid is, deze waterleve
ring ter hand te nemen - overname van het net tegen de boekwaarde en
levering van het water tegen de Bredase tarieven - is het overduide
lijk, dat ook uit financieel oogpunt, zowel voor deze gemeente als do
consumenten, deze transactie het meest gewenst moet worden geacht.
Om bovenstaande redenen zien wij ons dan ook gedrongen U te advi
seren ook in deze van eigen exploitatie af te zien en het aanbod van
Breda te accepteren. Temeer vermenen wij dit te kunnen doen, omdat de
ze gemeente niet voor altijd van een eigen bedrijf verstoken behoeft
te blijven, daar deze aangelegenheid over 40 jaar opnieuw kan worden
bekeken. Immers dan wordt deze gemeente weer eigenaresse van het bui
zennet en watermeters onder dezelfde voorwaarden als waartegen zij
thans daarvan afstand doet.
De afwijkingen in de ontwerp-gemeenschappelijke regeling - bij de
stukken overgelegd - met de dezerzijds gestelde concessie-voorwaarden
zijn o.i. van die" aard, dat daarmede wel accoord kan worden gegaan*
Overigens menen wij te kunnen volstaan met naar de ter inzage ge
legde stukken te verwijzen.
Resumerende, wordt dus voorgesteld te besluiten
a. de ontwerp-gemeenschappelijke regeling vast te stellen, welke te
vens inhoudt de overdracht van de bezittingen van het waterleiding
bedrijf aan de gemeente Breda tegen de boekwaarde, zoals die zal
luiden per 31 December 1948?
b. het eigen bedrijf met ingang van 1 Januari 1949 op te heffen en
de desbetreffende beheers- en andere verordeningen in te trekken?
c. de tijdelijke regeling met Breda tot bediening van het huidige be
drijf tegen 1 Januari 1949 op te zeggen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van NIEUW-GINNEKE
De Burgemeester,
J.A.M. Rouppe van der Voort0
De Secretaris.
29 November 1948. G.M. van Zwol0