Jd
dat hst so goed af sal zijn, wanneer -het eventueel bij Breda
zal zijn gevoegd* In dit verband verwijst hij naar de Biefeerg.
In de tijd van de K. A.K.K". werd dit vroeger door Breda gean
nexeerde .gebied volkomen stiefmoederlijk behandeld. Het werd
zonder moer naar ïïlvenhoufc verwezen, omdat het parochieel en wat
de school betreft daaronder behoorde. ïïlvenhout hielp, totdat
het noodgedwongen daarmede moest ophouden. Verder wijst ©preker
op de Galde^seweg, ook een gedeelte in 1942 door Breda geannex
eerd. 3e 3 .T.P. b.v. verwijst deze mensen naar ïïlvenhout, doch
kunnen daar niet aan een groalijstste.omixig deelAefteA* Ook is
spreker van mening, dat een annexatie van Heusdonhout bij Breda
voor de bouwvakarbeiders een financieel nadeel zal betekenen.
Immers voor hen zal dan het zogenaamde fietsengeld vervallen.
Spreker hoopt dan ook, dat de Baad in zijn geheel met het prae-
advies aecoorö zal gaan.
De heer VEBMiiRBH zegt, dat hij aanvankelijk op enkele punten
va.*i het p*ae-advies een afwijkende mening had, doch naar aan lei
ding van de uiteenzetting van de heer G-EERfS en mede in verband
met het door hem in uitzicht gestelde tweede verzoek uit Heus-
denhout kan hij zich thans met het geliele prae-aüvies verenigen.
De heer JA2I3SSI prijst Burgemeester en Wethouders om hun
klaar en duidelijk jfee-advies. **i jn© inziens ken de Baad dan ook
niet anders antwoorden als door Burgemeester en Wethouders voor
gesteld.
Banr niemand nog het woord Verlangt, vermeent de Voorzitter
de conclusie te mogen trekken, dat de Baad unaniem tegen de voor
gestelde annexatie is* In de vergadering van 20 December 1949
heeft spreker, naar aanleiding van een uitlating van de heer
Geerts, de hoop geuit, dat Heusdenhout met een tastbaar bewijs
zou komen, waaruit zou blijken, dat het werkelijk bij de
moedor-gemeente wenst te blijven. Inderdaad staat dit te gebeu
ren, gezien het tweede verzoek uit Heusdenhout, dat door de
heer Geerts is aangekondigd. Hieruit blijkt overduidelijk, dat
het versoek aan de Raad van Breda onwerkelijk van inhoud was.
Mt verzoek noch het daarop gevolgd besluit van de Baad van Bre
da bevatten werkelijk annexatie-motieven, noch voor Heusdenhout,
noch voor Breda. 3elfs, wanneer Breda mocht uitgroeien tot een
stad ven 200.000 inwoners, hooft zij geen uitbreiding van haar
grondgebied nodig. Spreker begrijpt dan ook allerminst deze
geste van Breda, temeer daar de gemeenten nog niet tot rust
gekomen zijn van de vorige annexatie (1942), omdat nog verschil-
- lende -