4$ In de commissie van onderzoek worden met algemene stemmen benoemd de heren Vermeeren, Van Rijckevorsel en Jansen, 12. UITBREIDING ELECTRI01 TEITSHET EN HEEffIKü- UAAT-DELASTIKG. De Voorzitter zegt ter nadere toelichting, dat dit project samenhangt met de electrificatie van de Diunt onder Rijsbergen t en dat Burgemeester en 'Wethouders plan 2 hebben geadviseerd, om op de duur te komen tot algehele electrificatie van de ge meente. 9 De heer VERlviEEREw zegt zich met het plan te kunnen vereni gen. Van een verzoek van betrokkenen heeft hij echter weinig gemerkt. Bij informatie door hem bleek hem echter, dat betrokke nen er wel vóór zijn. Voortaan zou hij echter gaarne zien, dat vooraf bij betrokkenen werd geinformeerd, anders zou dit wel eens tot moeilijkheden kunnen leiden. Ook is spreker van mening, dat 1 pand is overgeslagen nl. dat van P, van Dun. De Voorzitter antwoordt, dat ook Burgemeester en Wethouders hebben overwogen betrokkenen vooraf te horen, doch uiteindelijk vonden zij beter dat niet te* doen. Immers ook dat zou tot moeltJki heden kunnen leiden, nl. wanneer' een of meer betrokkenen er niet voor zouden voelen. Wat het vergeten pand betreft, zegt hij, dat dit zeer zeker niet bedoeld is. Het zal met de P.ïï.E.F. nader worden opgenomen. De* heer VAu Lüüjn ig ook van mening, dat betrokkenen vooraf moeten worden gehoord. Hu wisten zè er practisch niets van. Verder vraa'gt Taij of het perceel juist over de grens onder Breda (Huyben) aangesloten zou kunnen worden» De Voorzitter antwoordt, dat dit laatste een kwestie is tussen Breda en de P.H.E.M»; hoogstwaarschijnlijk hal dit wel kunnen worden gescnikt. De heer VERIV3EREJM is van mening, dat aansluiting van de per celen aan de G-oudberg en Strijbeekseweg zeker zo belangrijk is en even goed mogelijk. Hij vraagt, hoe het daarmee staar. En als eventueel de reserve verbruikt is De Voorzitter1 antwoordt als de wenselijkheid daarvoor blijkt, ook voor aansluiting van deze percelen de nodige stappen zullen worden gedaan, Is de reserve op, dan zal er eventueel meer uit geldlening moeten worden gevonden, In gelijke geest antwoordt de Voorzitter de heer Van DORST, die opmerkte, dat ook zijn buurman, Bogers, gaarne^ electrisch licht zou hebben. De heer u-EERTS zegt het eveneens eens te zijn met het door - Burgemeester - "v x

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 62