j
1NOTULEN:
Na voorlezing door de Secretaris merkt de heer VERMEEREN op,
dat 'bij punt 3 van de agenda door de verslaggever in het "Dagblad
De Stem" is vermeld, dat de Voorzitter vóór de stemming over het
betrokken punt gezegd zou hebbeïa "wij gaan een gevaarlijk spelletje
spelen" en "op deze wijze zou door de betrokken raadsleden bewezen
worden, dat aan hun eenmaal genomen besluiten niet de minête waarde
diende te worden gehecht".
De Voorzitter antwoordt hierop, dat het niet de bedoeling is,
da$ van het gesprokene in de notulen een stenografisch verslag
wordt gemaakt. Een weergave van de zakelijke inhoud wordt geeïst.
De heer VERMEEREN repliceert, dat op deze wijze toch vier raads
leden in het zonnetje zijn gezet en daar voelt spreker niets voor.
De Voorzitter zegt, dat het niet zijn gewoonte is over hetgeen in
de couranten van de raadsvergaderingen wordt vermeld veel te zeggen
en kan daarvoor dezerzijds ook geen verantwoording worden gedragen.
Bovendien was de weergave absoluut onjuist en werd door hem niet ge
sproken, als in het courantverslag vermeld. Ook acht hij het niet
juist, om over deze aangelegenheid in nadere discussie te treden, nu
het lid Geerts, die ter zake nog een ingezonden stuk schreef, niet
in deze vergadering aanwezig is.
Nadat de heer VERMEEREN op een vraag van de Voorzitter heeft vertel
klaard geen stemming te verlangen over de notulen, worden zij zonder
stemming en ongewijzigd vastgesteld.