elkaar niet altijd dekken, mede aanleiding vindt als raadslid
heen te gaaru De Voorzitter toch is de enige in de „raad, die
geen stemrecht ï^eeft»
De fyeer VBRiviEEREN zegt, dat de woorden indertijd in de
raadsvergadering gesproken naar aanleiding van zijn opmerking
bij de post beplantingen bij de raadsleden een verkeerde indruk
over hem gevestigd hebben» Deze woorden hadden herroepen moe
ten worden»
De heer GEERTS wil nog even op de notulen terug komen»
Spreker betreurt, dat de heer Vermeeren hieraan aanstQot genomen
heeft en mede daarom ontslag he<=ft genomen* Temeer'omdat de Voor
zitter altijd zo'n grote prijs gesteld heeft,op goede samenwer
king met de raad»
De Voorzitter zet nu uiteen, waarom bedoeld courantenverslag
niet juist was. Er is-hier een misverstand in„het spel* Spreker
heeft niet gezegd U doet .dit of dat* Maar^hij heeft alleen
een algemene waarschuwing laten horen nl„ dat men niet zonder
motieven - de Minister belees immers niets - moet terugkomen op
een genomen besluit, want dan gaan we een gevaarlijk spelletje
spelen en wat zal men zeggen van dergelijke besluiten» Het werd
hier niet persoonlijk maar algemeen bedoeld»
De heer GEERTS zegt dan, dat hij indertijd niet met een ge
wijzigd voorstel kwam, maar alleen motiveerde, waarom hij van in
zicht was veranderd* Had hij het schrijven van de Minister eerder
gekend, dan zou hij op 30 Juni 1950 niet zo mede hebben besloten»
Spreker blijft er bij, dat er voor hem en de heer Vermeeren zo'n
gerede aanleiding was te beschouwen, dat de woorden "gevaarlijk
spelletje enz»" aau. hun adres waren gericht. Nu de Voorzitter
echter duidelijk heeft gezegd, dat deze woorden in het algemeen
en niet persoonlijk waren bedoeld, kan hij deze zaak verder als
afgedaan beschouwen» 1
Hierna worden de geloofsbrieven van de tot raadslid benoemde
heer J.A. BASTIAANSEjnwonende Galderseweg 7 zonder beraadslaging
en stemming goedgekeurd.
De Voorzitter sluit dan de vergadering met de Christelijke
groeto
De Voorzitter