Daarom is het noodzakelijk de overheidsbemoeienissen* zoveel als maar enigszins mogelijk^ is, aan de gemeentebesturen over te laten, wil men voorkomen, dat de bevolking van het bestuur vervreemdto Een bewijs van het feit, dat, naarmate een bestuursappa raat dichter bij de bevolking staat, het ook aan minder inner lijke spanningen, dikwijls het gevolg van van buitenaf geoefen de critiek, bloot staat, zie ik in de mmstandigheid, dat de vo r- ming van wat men een nationale regering pleegt te nomen, op veel grotere bezwaren stuit in het landsbestuur dan in het ge meentelijk bestuursapparaat-. Wie de samenstelling van de ver schillende colleges van burgemeester en wethouders nagaat, zal ^telkens weer getroffen .worden door het feit, dat zovele vogels van diverse politieke pluimage in de gemeentebes-turen eendrach- tig samenwerken. Kabinetscrisissen komen daarbij practisch niet voor. Een eens gekozen college van wethouders blijgt gedurende de gehele zittingsduur van de gemeenteraad regelmatig in func tie, hoewel de gemeenteraad krachtens het nieuw geschapen arti kel 87a van de Gemeentewet bevoegd is zijn vertrouwen in iên of in alle wethouders te- allen ti jde op te^ zeggen. Deze stabiliteit van de gemeentebesturen vormt in deze tijden een lichtpunt, dat de grote waarde en betekenis van de gemeentelijke autonomie weer eens scherp doet zien. Aan de andere kant moge ik wijzen op een gevaar van de ge*- meentelijke zelfstandigheid. Dit gevaar is gelegen in het feit, dat een gemeentebestuur dikwijls te eenzijdig denkt in de sfeer van het eigen gemeentelijk belang, en te weinig beseft, dat het rijksbelang ten slotte met het gemeentelijk belang meer harmo nieert dan contrasteert. Men kaatse dit verwijt - niet terug met de.opmerking, dat het Rijh teveel denkt aan eigen>en te weinige aan de gemeentelijke belangen. In 's lands vergaderzaal wordt de stem der gemeente, dank zij het grote aantal raadsleden of ex 's raadsleden en burgemeestersof ex-burgemeesters, die in de Volksvertegenwoordiging zitting hebben, veelvuldig gehoord. Het omgekeerde is helaas niet het geval. Dat echter menig gemeen tebestuur wat sterk in de verleiding komt het eigen gemeentelijk belang te behartigen, is voor een niet gering deel te wijten aan het financiële bestel van de laatste decennia;. Dit bestel heeft de gemeenten sterk afhankelijk gemaakt van het Rijk, Yóór 1948 was immers het overgrote deel der gemeenten; afhankelijk van bij dragen uit 's Rijks kas in de kosten van haar huishoudingen. Dit heeft moeten leiden tot een besturen, waarbij niet, zoals het behoort te zijn, de beperktheid der eigen middelen dwingt - tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 39