tot een afwegen van belangen in eigen kring, maar waarbij de
kun&t van bet besturen voor een groot deel bestond uit het over
tuigen van de centrale overheid van de noodzaak van de voorzie
ning in plaatselijke belangen, 0 -
De schuld daarvan lag niet bij de gemeenten* De wetgever
bleef: in gebreke te zorgen, dat de gemeenten op eigen middelen
waren aangewezen. Ik laat in het midden of hij anders had kunnen
dóen, maar ik wil constateren,? dat wij thans nog met de naweeën
van deze toestand te kampen hebben en dat deze mede oorzaak er vac
'zijn, dat de in 1948 getroffen noodvoorziening voor de gemeente-
financiën nog niet geheel heeft bereikt wat men op bestuurlijk
gebied daarvan heeft vervracht. Niet allerwege wordt nog beseft,
dat - gelijk in de bedoeling heeftgelegen - de zorg voor het
evenwicht van de eigen financiën bij de gemeenten zelf berust
en dat de verantwoordelijkheid daarvoor niet op de centrale re
gering mag worden afgewenteld.
Ik erken", dat het voor vele gemeentebestuurders moeilijk is
daarnaar te handelen, soms omdat de algemene regelingen naar hun
inzicht hun gemeenten niet genoeg armslag geven, soms echter ook
omdat zij geestelijk nog te zeer opde vroegere situatie inge-
steld zi^n,
Wij zullen er gezamenlijk naar moeten streven hierin verbe
tering te brengen door het maken van regelingen, <die op redelij
ke wijze voorzien in de financiële behoeften der gemeenten en w
waarbij het plaatselijk belastinggebied een meer belangrijke rol
gaat spelen. Alleen dan zal het gevoerde beleid en beheer in de
eigen financiële po&itie der'gemeenten tot uitdrukking komen en
zal men plaatselijk tot het afwegen van de te behartigen belan
gen geraken, t t
■Er liggen vele doornen op het pad der in alle sectoren van
overheidsbestuur in deze tijden zo noodzakelijk te betrachten
zuinigheid. Een geringe troost is het daarbij, dat de moeilijkhe-
9DIÏO u BD XX© 1HC1 XI©IXTUJiH XI©O O 0X1 lQuX Xlm o Q (XO XJ O S 3
den op het gebied van het credietwezen de gemeente en ook het
Rijk noodzaken om ten aanzien van de kapitaalsuitgaven tot grote
:>T.' fC - IV 93" QlOOH Jéfl CrXlCTq 1160 flS 0 !V nf,.
zuinigheid te besluiten. De daaraan verbonden nadelen voor emi-
nente belangen, als woningbouw, energievoorziening en industri
alisatie, zijn maqr al te evident. Intussen is een commissie,
i i
onder voorzitterschap van Mr.Oud, bezig, voor de door mij ge-
-v n 'fV7 r y v
schetste problemen een oplossing voor.te bereiden. Al zal die
.t q g o j* id rii oi nWu xxo 0 03 rn ei 0 rj9 r 9 rj
oplossing moeilijk zijn en zeker onder de huidige omstandigheden
epn /tx orrov"i"iereu 9b r r r» r mnsW r
niet aan de gestelde idealen kunnen beantwoorden, zowel het Rijk
- ff 7 *r gw - - [TT 'x' 25 -Q - f o r Q j - -s j v
alsde gemeenten zien met grote belangstelling en met vertrouwen
de arbeid van die commissie tegemoet, - Zowel -
*^f f* r ffi» .1 rt r i" - r .-\f - P* r -T ÉÜ1D O f'i n a "vf T n T m i f~ r h ifif
9 ry 'I fn'X