De heer JARSBK vervolgt dan, dat niet alle gezinnen zijn
aangesloten, doqh voor de wel aangeslotenen zou dan iets kunnen
worden gedaan» Anderen zouden dit dan weliswaar aioeten opbren
gen,, doch dit zou niet zo bezwaarlijk zijn, omdat het dan veel
minder zwaar zou drukken.
De VOORZITTER antwoo,rdt, dat over de rijksgegevens hiér
niet kan worden gedebateerd» „Dit „zou men via de organisaties
bij de volksvertegenwoordigers aanhangig kunnen maken. Ook in
Breda Destaat geen reductieregeling yoor water. Wat het gas be
treft, zijn van de,1100 'gezinnen slechts 300 gezinnen aangeslo
ten. Onder die 800 ;zijn ook vele grote 'gezinnen. Deze zouden dus
de reductie^moeten opbrengen. Vervolgens zou het feit, dat som
migen op gas koken, noodzaken, dat ook „op 'het -kolen verbruik
een reductie zqu worden verleend. Spreker ziet daarom geen moge
lijkheid, om in de gegeven omstandigheden voor gas een billijke
reductieregelqng in te voeren.
Het reinigingsrecht is een retributie; min of meer te verge
lijken met accijnzen. Het is slechts een bijdrage in de werke
lijke kosten. Een betaling (gedeeltelijk) voor de door de over
heid extra bewezen diqnst. De grote gezinnen zullen over het al
gemeen "het; meest mee te geven hebbqn; zij behoeven echter niet
meer te betalen, zodat daarin al een tegemoetkoming zit. De
enigste mogelijkheid, die Burgemeester en Wethouders zien, is ge
lergen in het schoolgeld. De Minister hqeft echter 'in deze plan
nen aangekondigd. Hqt „is gewenst deze even af te wachten, «Spre
ker wenst nadrukkelijk te verklaren, dat Burgemeester en Wethou
ders niet afkerig zijn van grotq-gezinspolitiek. De daarvoor
geëigende mogelijkheden willen wij gaarne benutten, daarbij ech
ter de billijkheid tegenover aqderegrote gezinnen niet uit het
_oog verliezende» i
De heer Van RIJGKEV0R3BI zegt, dat het meer betalen van be
lasting door de andere grote gezinnen, meestal niet juist is,
omdat deze gezinnen practisch geen belasting oetalen. Spreker
is echter ook van mening, dat voor het grote gezin zoveel moge
lijk moet worden gedaan, om het neo-malthusiaqisme tegen rte gaan.
De VUCEZI.TTER wijst er op, dat hij niet allqen de inkomsten
belasting heeft bedoeld, maar ook andere belastingen en heffingen
zoals personele belasting, grondbelasting en leges»
De heer GEERTS zegt het in grote Rijnen eens te zijn met de
heren Jansen en Van Rijckevorsel. Da grote gezinnen moeten zovee]
mogelijk worden gesteuhd;. aiet zo zeer om materiele als princi
piële redenen» Het neo-malthusianisme moet zoveel mogelijk wor
den bestreden. Spreker vindt de argumenten van Burgemeester - en-