3
-- - r v i iJ. i r e.n oi. i -i- _-v :~srz'-i
6. WIJZIGING 2e) VIEESKSURINGS VERORDENING 1950»
Zonder beraadslaging of stemming'wordt de ontwerp-wijziging vastgesteld.
J r r
7» WIJZIGING VERORDENING BAATBELASTING WATERLEIDINGNET GRAZENSEWEG.
De ontwerp-wijzigingsverordening wordt zonder beraadslaging of stemming vast
gesteld.
8» VERORDENING STRAATEELASTING- - - I
Nadat de VOORZITTER op een vraag van de heer VERMEEREN heeft medegedeeld^ dat
de afstandsclausule eventueel wordt beoordeeld door de jurisprudentie, wórdt
deze verordening opnieuw vastgesteld.
9. VERORDENING REINIGINGSRECHT. 1 -0
Naar aanleiding van een vraag van de heer STRUIJS zegt de VOORZITTER, dat
Burgemeester en Wethouders eventueel een ontheffing beoordelen naar de omstan
digheden» De heer GEERTS antwoordt hij, dat Burgemeester en Wethouders het
invoeren van uniforme vuilnisemmers in studie hebben; en de heer van RIJCKEVOR-
SEL, dat het personeel van de reinigingsdienst hun klachten over^het niet meer
afkunnen moeten richten tot het gemeentebestuur.
Hierna wordt zonder stemming besloten, zoals op de agenda voorgesteld.
10. VERZOEK P.P. 20 OCTOBER 1954 VAN HET"BESTUUR DER STICHTING "SCHOOLFONDS VOOR
HSUSDENHOUT" OM GELDEN EX. ART. 72 DER LAGER ONDERWIJSWET 1920 VOOR VERBETERING
VLOERENXREVISIE BANKEN. VERBOUWING. KOLENHOK EN POMPENHOK EN DE AANSCHAFFING
VAN EEN TYPE-MACHINE. j;
De heer GEERTS zegt verwonderd te zijn over het voorstel van Burgemeester en
Wethouders. Waarom wordt nu afgeweken van de gewoonte, zich..te houden aan het
advies van de Inspecteur? De argumentering daarvoor vindt hij zwak. De Inspec
teur is op de eerste plaats toch bouwkundig Inspecteur. Nogmaals, spreker
kan moeilijk begrijpen, waarom Burgemeester en Wethouders nu van diens advies
afwijken. Verder merkt hij op, dat de tijden veranderen: wat vroeger niet als
hl .cr
een normale eis kon worden aangemerkt, is nu wel het geval.
De VOORZITTER antwoordt, dat de Inspecteur slechts adviseert; hiervan kan dus
worden afgeweken. Burgemeester en Wethouders oordelen de vloer nog heel behoor
lijk, f
De heer VERMEEREN merkt op, dat verschillehde andere scholen dezelfde vloeren
hebben. Eh wanneer de kinderen van die scholen thuis dezelfde vloeren hebben,
dan is het goed en de meeste tijd zijn :zij thuis.
De hee;r GEERTS brengt daar tegenin, dat thuis meestal toch wel vloerbedekking
aanwezig zal zijn.
De heer van LOON kan zich met het voorstel van Burgemeester en Wethouders
verenigen.
- Hierna -