19. VERZOEKSCHRIFT d.d. 24 OKTOBER 1960 VaN DE GEZUSTERS VERDAASDONKj PENNEN-
DIJK 1, OM VRIJSTELLING REINIGINGSRECHTEN 1960.
De heer VAN RIJCKEVORSEL merkt op, dat in het verzoekschrift wordt mede
gedeeld, dat andere personen wel ontheffing hebben gekregen, üok deze
hebben een klein tuindersbedrijfje van 1-g- H.A»
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat adressanten aai: de betrokken verorde
ning geen recht tot vrijstelling kunnen ontlenen. Bovendien is het beroep
schrift te laat ingediend; hierbij is geen rekening gehouden met de wet
telijke termijn.
De heer STRUIJS zegt te weten, dat in de Pennendijk meerdere ontheven zijn,
hoewel z.i. daarvoor slechts 2 in aanmerking komen.
Hij stelt voor, alvorens te beslissen, hiernaar een nader onderzoek in te
stellen.
De heer VAN RIEL (J.J.) merkt op, dat ook de landbouwers over het algemeen
gaarne gebruik maken van deze ophaaldienst, hetgeen door de heer VAN AREN-
DONK en wethouder VAN RIJiL wordt onderschreven.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten adressanten in hun be
zwaar voor 1960 niet ontvankelijk te verklaren. Voor 1961 zal deze aange
legenheid nader worden onderzocht.
20. VERZOEKSCHRIFT d.d. 1 DECEMBER 1960 VAN HET BESTUUR DER R.K.KLEUTERSCHOOL
TE BAVEL.
Zonder ¥eraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten de gevraagde
medewerking te verlenen.
21VERZOEK VAN HET BESTUUR VAN DE R.K.SCHOOL VOOR G.L.O.TE GALDER OM BESCHIK
BAARSTELLING VAN GELDEN VOOR HET AANSCHAFFEN VAN LEERLINGENSETSBORDEN,
STOEL Hl GORDIJNEN.
De vereiste medewerking wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming
verleend.
22. BESLUITEN TOT VASTSTELLING VAN DE AAN DE SCHOOLBESTUREN TOEKOMENDE VER
GOEDING VOLGENS ART.101 DER LAGER ONDERWIJSWET 1920 OVER 1959.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
de overgelegde ontwerpbesluiten.
23. BEVORDERING CULTUUR EN SPORT DOOR DE GEMEENTE
De vragen over detailpunten, gesteld door de heren DUIJNSTKE, VERMEEREN,
PIJNEN en BINK, geven de VOORZITTER aanleiding een nader uitvoerige mon
deling» toelichting te geven. Hij herhaalt dan de motieven, welke tot dit
voorstel hebben geleid, hoe de structuur' van de op te richten stichting
wordt gedacht en welke haar taak zal zijn. Ze zal worden een overkoepelend
orgaan in de sectoren cultuur en sport, zowel voor de gehele gemeente als
haar onderdelen en daarbij stimulerend en financieel steunend gaan werken.
Dit laatste wil echter niet zeggen, dat de jaarlijks beschikbaar komende
gelden telkens over alle verenigingen skxiïnworden verdeeld. Hierbij zal
naar behoeften en omstandigheden moeten worden gehandeld en met bijzondere
en/of algemene aangelegenheden rekening moeten worden gehouden.
Tijdelijke reservering van gelden behoort dus eveneens tot de mogelijk
heden.
