- 3 -
16. WIJZIGING K.UJTOOHUREN VOOR DE BURGERLIJKE STltHD.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de
agenda voorgesteld.
17. INSTELLING GRONDBEDRIJF.
De VOORZITTER zet uiteen, waarom burgemeester en wethouders tot dit voorstel
zijn gekomen. Meermalen werd hiertoe aangedrongen door het verificatiebureau
van de vereniging van Nederlandse Gemeenten, dat de financiën dezer gemeente
tontroleert, en door Gedeputeerde Staten dezer provincie. Hij verklaart dan,
wat een grondbedrijf bedoelt te zijn. Vooral boekhoudkundige redenen gelden
hierbijdaar de eenvoudige kameraal stijl van de algemene dienst der gemeente
niet genoegzaam is voor de bedrijfs-economische manipulaties, verbonden aan
een goede grondpolitiek van de gemeente.
De oprichting van dit bedrijf dient echter gepaard te gaan met uitbreiding
van het personeel t.w. een administrateur. Gebrek aan plaatsruimte voor deze
ambtenaar deed deze aangelegenheid echter uitstellen.
Burgemeester en wethouders zijn evenwel van mening, dat dit uitstel niet
langer kan duren en hebben daarom besloten de burgemeesterskamer bij het
bureau van openbare werken te voegen. De burgemeester verhuist dan naar de
kamer van de secretaris en de secretaris naar de raadzaal.
Op vragen van de heren V35RMEL2REN en VAN RÏEL (j.J.) antwoordt de VOORZITTER,
dat aan- en verkopen van grond niet door het grondbedrijf zelf kunnen geschie
den doch door de Raad, tenzij gedelegeerd aan burgemeester en wethouders,
en dat bij benoeming van de administrateur ook met de belangen van de eigen
ambtenaren rekening wordt gehouden.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten conform de overgelegde
ontwerpbeheersverordening en ontwerp schattingsverordening.
18. S.Jj/JlISMaaTR3']GKLKN GflflJ 'l,rTKPERSüNE3&
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de
agenda voorgesteld.
19. SLOTWIJZIGINGKN GJiMEENTEBEGROTINGDIENST 1960, EN WIJZIGING, DIENST 1961.
De VOORZITTER licht toe, dat ook de begroting van het burgerlijk armbestuur,
dienstjaar 1960, enige wijziging behoeft.
I Een ontwerp daarvan is mede bij de stukken ter inzage gelegd. Hiertoe wordt
zonder hoofdelijke stemming, evenals met het voorgestelde op de agenda
besloten.
Hierna volgt sluiting met gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 30 juni 1961.
voorzitter.
secretaris.