Haar functie van woongemeente bracht Nieuw-Ginneken in 1960 tot uitdrukking o.m.
door 48.200 m2 aankoop of onteigening van grond ten behoeve van de bouwbedrijvig-
heid en straataanleg. Verkocht als bouwgrond werd 29.296 m2. Er kwamen 70 woningen
tot stand, terwijl er nog 28 in uitvoering waren. Het woningbez.it nam daardoor
toe met 4lr en de gemeente telde per J1 december 1531 woonruimten.
In Ulvenhout werd, mede ten behoeve van het uitbreidingsplan, ongeveer 1250 mtr.
nieuwe straat gemaakt met ongeveer 750 m±r. nieuwe riolering. In Bavel werd
250 m2 tegelbestrating aangebracht. De 4de serie zandwegen werd verhard, in totaal
2 l/3de km. met betonklinkers en 2 km. met asfaltbeton. Te Galder weri de voor
gevel van de school vernieuwd en werden 500 m2 tegelbestrating aangelegd. Ongeveer
2-J km. rijwielpaden werden met klinkers bestraat. Voorts werd nog 13 km. rijwiel
pad opgemaakt. Met de wegschaaf werden 13 km. weg opgemaakt.
Ongeveer 53 km.waterlopen werden door uitbesteding verzorgd en 6 km.sloten en
bermen opgemaakt. De straatverlichting werd met bijna 9<fo uitgebreid. Ik breng
nog even in herinnering de verzorging en aanleg van plantsoenen en beplanting en
ik vraag U verder mij van de opsomming en van details te ontslaan. Zoals reeds
opgemerkt, een uitvoerig overzicht ligt ter uwe kennisname. Ik meen te mogen
concluderen, dat door een kleine gemeente als de onze, een indrukwekkende acti
viteit werd ontplooid op het stuk der publieke voorzieningen, een activiteit, die
geheel en al verantwoord is te achten. Wij rekenen er danook op, dat de begroting
voor 1960 door Gedeputeerde Staten zal worden goedgekeurd en dat wij in ieder
geval zodanige verhoging van de algemene uitkering uit liet gemeentefonds zullen
krijgen, dat de dienst voor 1960 zal sluiten. Terloops moge ik U mededelen, dat
in de laatste maand van 1960 de begroting van 1959 door Gedeputeerde Staten werd
goedgekeurd onder de mededeling, dat voor dat jaar zeker een verhoging van de
algemene uitkering uit het gemeentefonds om de begroting a„uitend te maken zal
worden bevorderd.
Geachte Leden van de Raad,
In verhouding tot ultimo 1959 was per ultimo 1960 het
aantal woningzoekenden met 3 gestegen en bedroeg 81te weten in Ulvenhout 33
in Bavel 23, in Heusdenhout 16 en in Galder-Strijbeek 9. Uit eigen gemeente
werden 22 gezinnen met nieuwe woningen geholpen. Ik zou hier gaarne een opmerking
bij maken. Nog te weinig wordt door onze eigen gemeentenaren gebruik gemaakt van
de mogelijkheden voor de eigen woningbouw. Ik weet het, de weg van de eigen woning
bouwer loopt niet over rozen, ik begrijp met name, dat hij tegen de hoge econo
mische lasten en de administratieve moeilijkheden soms aanduwt als tegen een
muur. Ik wil dan ook niets forceren en in het bijzonder moet het eigen woningbe-
zit in het particuliere budget verantwoord zijn. Maar ik geloof vast, dat dit
in ruimer mate het geval is dan zich in het verleden in de aanvragen voor eigen
woningbouw openbaarde. Welnu, als er een mogelijkheid is, wil dan bedenken, dat
alles er op wijst dat de huren der vooroorlogse woningen in de komende jaren
aanzienlijk hoger zullen worden. En wil dan tevens bedenken, dat het nu nog moge
lijk is binnen de uitbreidingsplannen onzer gemeente betrekkelijk goedkoop grond
te kopen, maar wat wederom er alles op wijst, dat de grondprijzen met het jaar
duurder zullen worden. En wat de bouwkosten betreft zal wel niemand het aandurven
te verklaren, dat deze de eerste 3 ad 4 jaren in Nederland zullen dalen. Wanneer
men daarbij in aanmerking neemt, dat de eigenbouwer zich een stuk levensgeluk
koopt en een stuk duurzaam bezit voorziet, dan zit er toch een sterke aantrekke
lijkheid in het zelf bouwen. Bovendien bewijst de eigenbouwer zijn medemens een
grote dienst, hetzij door vooroorlogs woningbezit vrij te maken, hetzij door er
geen nadere claim op te leggen. Wat deze dienst aan de medemens betreft moeten
wij bedenken, dat op de maatschappijdus op ons allen, de plicht rust de woning
nood op te lossen en dat de overheid slechts de helpende hand heeft te bieden.
Die helpende hand biedt de overheid door woningwetwoningen te bouwen, maar óók
door de bouw van premiewoningen te stimuleren en eveneens door de bouw in de
vrije sector niet af te remmen.