J - 3 - Het moet hier een samenspel zijn tussen overheid en maatschappij, waarin de maat schappij voorop behoort te gaan en het komt mij voor, dat de eigen bouwer, zox^el in de vrije sector als in de premiesector op eervolle wijze zijn burgerschap ver vult. Geachte leden van de Raad, Het gemeentebestuur is - naar aanleiding van door U genomen besluiten-nog met de uitwerking van een en ander bezig en voorts staat er heel wat nieuws als te doen voor de duur. Ik moge een paar punten opsommen. Het heeft, dat mag ik wel zeggen, grote inspanning gekost - óók aan onze plano loog Ir.Siebers - maar het uitbreidingsplanPennendijk ligt ter visie. Wij zijn voornemens bij de verdere uitwerking ervan geen dag verloren te laten gaan. Eigen lijk is het plan iets te laat gereed gekomen en dit zou zich wel eens kunnen wreken in een vertrekoverschot der bevolking in dit jaar. Het gemeentedeel Bavel heeft in 1 960 voor het eerst een vertrekoverschot moeten noteren. Wij zijn van mening, dat wij ons er aan moeten zetten voor Bavel een niet te ambitieus uit breidingsplan op te stellen, ik herhaal niet te groot en te ruim, maar wel snel verwezenlijkbaar. Baarbij dient voorop te staan de beste land- en tuinbouwgron- den te ontzien, indien zulks ook maar enigszins mogelijk is. Ook het bewaren van het karakter van het dorp moet richtlijn wezen. Ook voor Galder-Strijbeek zal het goed zijn ons te bezinnen op een - uiteraard nog meer bescheiden - uitbreidings plan. Ondanks het feit, dat onze gemeente in het streekplan de functie van woon- gemeente is toegewezen en ondanks het feit, dat men heeft uitgerekend, dat de randgemeenten van Breda een 50 duizendtal personen zouden moeten opnemen, ligt het naar mijn stellige overtuiging buiten de lijn der verwachting, dat Nieuw- Ginneken binnen afzienbare tijd een groot vestigingsoverschot zal kennen. Ik hoop bij een andere gelegenheid deze opvatting nog eens te motiveren evenals mijn vermoeden, dat wel eens zou kunnen blijken, dat Nieuw-Ginneken -minder dan andere randgemeenten van Breda- zich leent voor massa-vestiging. Kortheidshalve de redenen thans buiten beschouwing latende, wil ik wel daar aan toevoegen, dat zulks op zich zelf geen ramp mag heten. Tenslotte immers is 'iedere natuurlijke functie in het geheel der gemeenschap het beleven waard en een gemeente met rijk natuurschoon, met een geringe bevolkingsdichtheid, waar ook boer en tuinder nog werken kunnen, waar het rustig en goed wonen is en waar bij tijd en wijle nog enkele duizenden recreatie kunnen vinden vervult niet eens de minst gezellige en minst prettige functie in die gemeenschap. Maar bij dit alles geloof ik toch, dat het verstandig zal wezen en van goed beleid zal getuigen, te streven, perma nent, jaar in jaar uit, naar een gematigd vestigingsoverschot. Bij het vaststel len van uitbreidingsplannen is naast geleidelijkheid tevens continuïteit vereist. Ik mag hieraan verbinden een paar opmerkingen over de loop onzer bevolking. Per ultimo 1960 bedroeg het aantal inwoners van Nieuw-Ginneken 7594, te weten in Ulvenhout 3123, in Bavel 2572, in Heusdenhout 1036 en in Galder-Strijbeek 867. Na de aan de orde zijnde grenswijziging zal onze gemeente -op basis van 1 januari 1961 - ruim 1000 inwoners verliezen en een 300 ha. grond minder tellen. Be be volkingsdichtheid zal dan -op basis van 1 januari 1961 - bedragen 157 zielen per km2. Be Rijksgemiddelde bevolkingsdichtheid is dan 2-j maal zo hoog als die van onze gemeente en de bevolkingsdichtheid van West-Nederland ligt dan 5 maal zo hoog. In de afgelopen 10 jaren verdubbelde Noord-Brabant zijn industriële werk gelegenheid. Bit was. een enorme prestatie. Als men bedenkt, dat de toenamefactor voor Noord-Holland 1bedroeg en voor Zuid-Holland 2 1/10-de, terwijl de andere provincies verre achter Noord-Brabant bleven, d ,n blijkt de krachtsinspanning van Noord-Brabant duidelijk. U vindt dit in tabel 15 van de Zevende Industria lisatie Nota. Om het beeld te completteren wijs ik nog op tabel 12 van die Nota. Baaruit blijkt, dat Noord-Brabant ruim 30f/o van de gehele toename der Nederland se werkgelegenheid voor zijn rekening nam. Geen enkele provincie overtrof Noord- Brabant en het dynamische Zuid-Holland presenteerde slechts 11,3der toename in de afgelopen 10 jaren. - Bii -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 6