-6-
Tot zover B. en W. wat betreft de 1ste. alinea. Naar aanleiding hiervan
zou ik aan B. en wielen vragen waar het geschreven staat dat bij de
bestaande woning ook 750 m2 moet blijven? In de bebouwingsvoors hriften
heb ik het niet gevonden en aangezien dat pand er reeds 50 jaar staat,
zullen we in het archief moeten duiken om na te gaan wat toen daaromtrent
is bepaald. Ik geloof daar niets van.
Mijnheer de Voorzitter wanneer er geen gronden zouden mogen verkocht
worden dan zou de raad zeker niet autonoom zijn, want dat zou m.i. bijna
zeker in strijd zijn met een van 's lands wetten. Toen de raad een tijdje
geleden het uitbreidingsplan Bavel goedkeurde wat tot gevolgaal hebben
dat een paar tuinders en een paar boeren ^n^edeelte van hun grond aan
de gemeente zullen moeten verkopen toen/B. en w. er zeker niet aan ge
dacht dat die gronden bij de gebouwen moeten blijven.
Mijnheer de Voorzitter, ik geloof dat de logica hier ver te zoeken is en
dat de uitdrukking "let op mijn woorden maar kijk niet naar mijn daden"
hier wel van toepassing is.
Ik wil ook nog even wat dieper ingaan op de laatste zin van de 1ste.
alinea, luidende: Bedoeld is geweest gelegeheid te geven voor bebouwing
langs de Galderswweg en niet aan de Kerzelseweg. Toen ik dat las
Mijnheer de Voorzitter ging mijn lamp helemaal uit. Ik heb wel eens ge
lezen dat de schrijver van het boek Genesis dat boek geschreven had
onder ingeving van de H.Geest. Dat moet ook wel want in dat boek be
schrijft de gewijde schrijver de geschiedenis vanaf de schepping tot
aan zijn tijd. Mijnheer de Voorzitter in 1948 woonde U nog niet in onze
gemeente en de beide wethouders waren nog geen raadslid. Het is voor mij
dan ook een raadsel dat zij durven schrijfen, Bedoeld is geweest.
Misschien dat B. en 'dat ook geschreven hebben onder inspiratie van
de H.Geest.
Ik denk dat hier de wens, de vader der gedachte is.
Iedereen zal toch wel begrijpen wat kernbebouwing is. Het woord kern
zegt het zelf, Wanneer ik nu zie dat men probeert op de ene plaats iets
te beletten terwijl men ±n een andere kern waarvoor B. en m.i. ge
porteerd zijn, alle medewerking geeft dan is volgens mij de logica ook
weer ver te zoeken.
De 1ste zin van alinea twee luidende: In het ontwerp zijnde uitbreidings
plan is de mogelijkheid tot het bouwen van een dergelijke woning aan de
Kerzelseweg geheel vervallen.
Mijnheer de Voorzitter, wanneer dit schrijven gericht was aan de Raad
zou ik het als een poging zien om de raad te intimideren.
Wat betreft de 2e zin van alinea 2 luidende: Op grond van artikel 36
van de Wonirffaet kan een bouwaanvragewelke in strijd is met het
ontwerp-plan, worden aangehouden, zou ik willen zeggen dat ik dat altijd
zo begrepen heb dat dat was om te voorkomen zoals bijvoorbeeld in het
uitbreidingsplan Pennendijk, dat daar dan nog huizen zouden worden ae-
bouwd die later in de weg zouden staan om het geplande te kunnen reali
seren, w lke huizen de gemeente dan we^r zou moeten vergoeden.
Mijnheer de Voorzitter, ik heb daar even al gezegd dat de raad op zijn
qui-vive zal moeten blijven omdat anders binnen onafzienbare tijd
B. en VI, zich ook op de stoelen van de raadsleden zullen nestelen.
Mijnheer de Voorzitter, ik geloof dat het zover is, want B. en W.
zeggen, dat dan het bouwen van een dergelijke woning aan de Kerzelse
weg geheel is vervallen. En toch Mijnheer de Voorzitter, ik geloof toch
dat B. en W. dit plan nog eens ter goedkeuring aamde Raad zullen moeten
voorleggen,en dat wij als figuranten dan zullen zeggen: Amen - Het zij
zo.
Alinea 5 van genoemde brief luidt: Bij weigering van de bouwvergunning
staat beroep open bij de gemeenteraad. Mijnheer de Voorzitter m.i.
kunnen B. en W. dit niet weigeren.
De laatste alinea luidt als volgt Wij hebben de situatie ter plaatse
opgenomen en zijn van mening, dat de door U bedoelde bebouwing ook in
Uw eigen belang niet gewenst is en zijn gaarne bereid alle medewerking
te verlenen tot stichting van een woning in de iets verder gelegen kern
van Galder.