-9-
De RIOLERING van Bavel zit in de grond, het werk is met veel ellende en
misere van de zijde van de bevolking tot stand gekomen. We hebben ons
echter getroost met de gedachte:"Het moet eerst heel slecht zijn, wil
het goed worden". Wij hopen en vertrouwen er echter op, dat als er weer
eens een dergelijk MAMüEWERK- en ik denk aan de aanleg van Gas- tot
stand moet komen, er wat me r begrip voor de bewoners getoond zal
worden, speciaal de Middenstand zit dan in de hoek waar de klappen vallen.
Het is nu voorgekomen, dat een zaak met Sinterklaas 1961 niets heeft
kunnen verkopen, omdat men volkomen geïsoleerd was. Mijnheer de Voor
zitter wel zou ik de aan jacht van Uw college nog eens willen vragen
voor de slechte toestand waarin het wegdek verkeert in de kom van Bavel
ook de trottoirs zijn op sommige plaatsen uitermate slecht.
Een PENSIOEN- en WACHTGELDREGELING voor wethouders is tot stand gekomen.
Ongetwijfeld een groot goed, temeer daar de werkzaamheden voor deze funktie
veel omvangrijker en verantwoordelijker zijn geworden.
Van belang was ook de bereidheid om met een aantal andere gemeenten het
provinciaal bestuur te verzoeken de zuivening van het afvalwater on te
dragen aan een bestaand of nog te creëren waterschap, alleen hoop ik,
dat de omslagheffing een progressie te zien zal geven en dat rekening
gehouden zal worden met de draagkracht van de vervuilers.
Dit jaar vonden ook weer de verkiezingen voor de gemeenteraden plaats.
Uit het college en de raad verdwenen enige bekende gezichten -Nogmaals,
ëen bijzonder woord van dank voor het vele werk, dat deze mensen voor
onze gemeente hebben gedaan t.w. de Heren van Riel, Struijs, van Arendonk.
Leppens en Bink Voor het eerst in de historie van onze gemeente heeft
een vrouwelijk raadslid zitting genomen. Iets geheel nieuws is ook het
OVERLEG Gemeenteraad-Nieuw - Ginneken"waar de belangrijke vraagstuk
ken die onze gemeente raken worden besproken. Dit kan alleen maar ver
helderend werken en een gunstig effect hebben, omdat de leden beter
geinformeerd op de Raadsvergadering komen.
Bovendien acht ik het van groot belang, dat hierdoor ook een gelegen
heid bestaat om wat meer op te doen aangaande het gemeenterecht voor
zover het voor een raadslid van balling is. De Heer van Zwol heeft
hiervoor ook zijn medewerking toegezegd.
Zowel de SCHAKEL als het OVERLEG vormen belangrijke elementen om de
samenwerking en waardering tussen onze gemeentedelen te bevorderen.
Het is voor de tweede maal, dat de begroting is opgesteld volgens de wet
Financiële verhouding Rijk - Gemeente 1960. De financiële mogelijkheden
worden voor een belangrijk deel bepaald en beperkt door de uitkeringen
uit het gemeentefonds. Deze wet heeft veel kritiek ondervonden, vooral
voor het in het wetsontwerp neergelegde aandeel-percentage in de opbrengst
van de Rijksbelastingen ten bate van het gemeentefonds. Moge men er
alsnog in slagen zodanige oplossingen te vinden, dat het grote goed
van de zelfstandigheid der plaatselijke besturen in stand worden gehou
den en zo mogelijk bevorderd.
Tegelegener tijd zou ik het bijzonder op prijs stellen, dat de raad- in
een informele vergadering of anderszins - nader geïnformeerd wordt
over de financiële consequenties van de verhoudingswet en hoe Uw college
de financiël» positie in de toekomst in het licht van deze wet ziet.
Dit moet mi. mogelijk zijn. De behoefte aan een toekomstvisie op de ont
wikkeling van het behoefte- en bestedingspakket neemt toe naarmate de
bron van inkomsten meer geobjectiveerd wordt. De nieuwe wet had niet
ten doel de financiële middelen te verruimen, maar beoogt de gemeente
een vaster» basis te geven, waarop zij ook voor de komende jaren kan
rekenen, zodat terecht van een uitgave-politiek gesproken kan worden.
In de praktijk valt het accent teveel op de bijkomstige financiële
verruiming, welke met de nieuwe wet gepaard ging.