- 18 -
met meer cijfers vermoeien, ik verwijs in U ieze naar het rapport van
het centraal bureau voor de statistiek.
Wat het v.g.l.o. betreft neemt onze gemeente de op één na laatste
plaats in, terwijl het g.l.o. ook in de onderste regionen zweeft.
Van onze 5 lagere scholen zijn 3 zgn. kleinere scholen Galder met 5
leerkrachten. Meisjesschool Bavel met 4 leerkrachten en Jongensschool
Bavel met 5 leerkrachten waarvan 1 boventallig volgens artikel 56
2e lid van de L.O.-wet.
d.w.z. Dat al deze scholen klassecombinaties moeten maken, soms zelfs
zeer ongunstige, dit komt het onderwijs nu eenmaal niet ten goede, de
beloofde leerlingenschaal verlaging zal enige verlichting brengen,
maar de eerste fase moet nog ingaan. Er is mij een school bekend, die
vorig jaar een gang en een lokaal zou moeten laten verven, die volkomen
verveloos zijn, ond^r deze omstandigheden is dit eerst mogelijk in
1964. Het is bovendien voor de leerkrachten, waarvan toch al veel gevraagd
wordt i,v.m. de combinaties, bovendien nog zwaarder omdat ze niet het
materiaal kunnen ontvangen, dat noodzakelijk is.
Het argument, dat men met artikel 72 een soepel beleid voert is niet
steekhoudend, omdat de aard van het artikel totaal verschilt en b.v.
vervanging van leermiddelen hier niet uit kunnen worden bekostigd.
V-or de niet-ingewijde is het misschien goed eens te vernemen, welke
kosten uit art. 101 dienen bestreden te worden:
-kosten voor instandhouding van de gebouwen
-kosten van dagelijkse reparaties
-kosten voor het onderhoud van schoolmeubelen en het
aanschaffen van schoolboeken, leermiddelen en school-
behoeften voor zover die aanschaf strekt tot vervanging
van leer- en hulpmiddelen, die door gebruik versleten
zijn of tot aanvulling dienen
-kosten voor verlichting, verwarming en schoonhouden
-andere uitgaven die nodig zijn ter verzekering van de
goede gang van het onderwijs.
In de vorige vergadering heb ik gevraagd of de besturen een nieuwe
begr ting moesten insturen, U hebt die vraag ontkennend beantwoord
Mijnheer de Voorzitter.
Men dient er bovendien'rekenign mede te houden, dat de prijzen van
de producten aanmerkelijk zijn gestegen. De school moet met de tijd
mee, veranderde inzichten brengen cok veranderingen in de methodieken
didactiek van het onderwiis mee.
Leesboekjes vragen aanpassing aan de mentaliteit van onze jeugd.
Men spreekt van creatieve en expressieve vakken die grote kosten met
zich mee brengen en als men dan stelt, dat speciaal het platteland
hier een achterstand heeft is men toch verplicht hierin mee te gaan
Mijnheer de Voorzitter. Het onderhoud en verwarming van een:kleine
school verschilt volgens de deskundigen niet zoveel met dat van een
grote school. U weet toch wel wat arbeidsloon kost en de prijzen van
olie en steenkool zijn niet bepaald aan de lage kant.
Bovendien Mijnheer de Voorzitter de redenering die U in de Memorie
van 'Toelichting geeft is m.i. ecn averechtse. De L.O.-wet bepaalt
in artikel 101, vijfde lid: In een gemeentewaar geen openbare
school gevestigd is, bepaalt de gemeenteraad voor 1 maart van elk jaar
het bedrag, dat per leerling v^or de bijzondere school onderscheidenlijk
voor gewoon, voortgezet gewoon en uitgebreid lager onderwijs in dat
jaar als vergoeding wordt beschikbaar gesteld ter bestrijding van
exploitatiekosten.
Hierbij wordt als'maatstaf genomen het bedrag per leerling, hetwelk
voldoende moet worden geacht voor de redelijk behoeften van een in
normale omstandigheden verkerende school in de gemeente.
De mogelijkheid tot betaling van de op deze basis berekende ver
goedingen, welke aan de besturen van de bijzondere scholen toekomen,