- 14 -
Een punt waarin het schoolbestuur waarschijnlijk gelijk heeft is vervat
in punt 9 harer nota. Wanneer de jongensschool komt te liggen op enige
afstand van de meisjesschool valt een stuk der ontmoeting tussen jongens
en meisjes in de schoolleeftijd weg. Dit is jammer. Toch menen Burge
meester en Wethouders aan dit argument niet een doorslaggevende be
tekenis te mogen toekennen. Het verenigingsleven in onze gemeente is
zeer intensief en er leven prachtige initiatieven ter zake. Veel van
dit euvel wordt dus weggenomen. Overigens spruit dit euvel meer
voort uit de omstandigheid dat de meisjesschool verkeerd ligt, dan
andersom
Ik heb hiermede de voornaamste punten behandeld. Mij rest nu nog aan
dacht te geven aan het A. N. 0. F. - rapport. wat is het A, N. 0. F.
Het A. N. 0. F. is een federatie van de Nederlandse Onderwijzersorgani
saties. Het is dus een federatie van beroepsorganisaties van onder
wijzers. Alle beroepsorganisaties van onderwijzers hebben nu samenge
werkt in de vaststelling van een rapport over de positie van de hoofden
der scholen. Men mag aannemen dat het hier geldt een zeer belangrijk
rapport, waarvan ook de Regering en de Staten - Generaal met belang
stelling kennis van zullen nemen. En wellicht zal dit rapport nog mate
riële gevolgen hebben. Wat is voor ons nu eventueel van belang
Voor ons is vooral van belang het verlangen van het lageronderwijs om
evenals het middelbaaronderwijs de hoofden geheel of deels vrij te
stellen van het geven van les. Die hoofden kunnen dan hun tijd besteden
aan het welzijn van school en leerlingenIk geloof dat dit nuttig zou
zijn. Maar voor kleinere scholen kan dat zo maar niet. Er zullen dan
grote scholen moeten komen van b.v. 8 klassen of 12 klassen.
Wat zou dit voor onze gemeente betekenen Dat zou betekenen dat ofwel
het leerlingen—aantal moet stijgen, ofwel dat de jongens-EN de meisjes
school onder de leiding komen van EÈN hoofd der school.
Dit laatste kan wanneer de zusters in Ulv,.nhout weg zouden gaan, wat ik
niet hoop dat zal gebeuren. Het kan ook wanneer de zusters hun eigen
schoolhoofd terugtrekken. Nu staat het er zo bij, dat ik dit alles
zeker de eerste jaren niet zie gebeuren. Wanneer het echter gebeurt, dan
KAN dat ENE hoofd zowel hoofd zijn van de school der Dorpstraat als
van de Pennendijk. Hij zal dan wel eens heen en weer moeten lopen, maar
dat moet hij bij bouw in het Markdal ook. Maar natuurlijk het ene is
verder dan het andere. Ook het leerlingental kan stijgen en daardoor
kan een grote school ontstaan. Het ligt in de verwachting dat het huidige
plan van de architect reeds te klein zal blijken te zijn als de school
is voltooid. Men zal dan al tot uitbreiding moeten besluiten. De Pennen
dijk waar de grootste terreinruimte is biedt daartoe de volle kans.
Loopt de uitbreiding van Ulvenhout een beetje vlot dan biedt het vraag
stuk van één GROTE jongensschool helemaal geen moeilijk-heid meer.
Ik hoop dat ik het terzake doende belang van het A, N. 0. F.-rapport
voldoende heb toegelicht. Waar het vooral om gaat is, dat gij duidelijk
inziet dat de kans om een grote school te krijgen, hetzij door combina
tie hetzij door groei, bij vestiging op de Pennendijk niet wordt ge
schaad.
"De eindconclusie van Burgemeester en Wethouders is dat de school in het
Markdal niet slecht moge liggen, zij toch beter zal zijn gesitueerd op
de Pennendijk. Maar zelfs wanneer de school op de Pennendijk iets on
gunstiger zou liggen dan in het Markdal, ware het beter het Markdal in
zijn bestemming vrij te houden t. b. v. andere gemeentebelangen, mqt
name t. b. v. de bejaardenzorg,
°Ik vertrouw dan ook dat de Raad het inzicht van Burgemeester en Wet
houders zal willen volgen en het terrein in het Markdal vrij zal willen
houden voor de bejaardenzorg en het terrein aan de Pennendijk ter be
schikking zal willen stellen voor de bouw der school. Ik vertrouw dat de
Raad met Burgemeester en Wethouders de Pennendijk zal indiceren als het
terrein waarop de school behoort te worden gebouwd.